Signaleren en Begeleiden: wat weet ik nog?

Wat is een BMI
A
BMI is een maat voor de verhouding tussen lengte en gewicht
B
BMI is de manier van wegen
C
BMI is de naam voor iemand die te weinig weegt
D
BMI is de naam voor iemand die teveel weegt
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is een BMI
A
BMI is een maat voor de verhouding tussen lengte en gewicht
B
BMI is de manier van wegen
C
BMI is de naam voor iemand die te weinig weegt
D
BMI is de naam voor iemand die teveel weegt

Slide 1 - Quiz

Biologische factor bij een depressie is:
A
Overlijden van een diebare
B
Verlies van werk
C
Verhuizing
D
Erfelijkheid

Slide 2 - Quiz

Eiwitrijke voeding zit in welke produkten?
A
Vruchtensap
B
Ijsje
C
Vlees
D
Appel

Slide 3 - Quiz

Oncologie
Wat gaat hier mis?
A
Fout in de celconstructie
B
Fout in de organen
C
Fout in de hersenen
D
Fout in het bloed

Slide 4 - Quiz

Welke signaal wijst op diabetes
A
Buikpijn
B
Veel dorst
C
Kriebelhoest
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

Wat zijn cognitieve gevolgen van een hersenletsel
A
Machteloosheid
B
Geheugenstoornis
C
Verlies van zelfredzaamheid
D
Onzekerheid

Slide 6 - Quiz

Wat is een activerende vraag?
A
Wat vindt u moeilijk?
B
Waarom lukt het niet?
C
Wat kan u niet goed?
D
Wat lukt allemaal?

Slide 7 - Quiz

Welke van de onderstaande verslavingen is een gedragsverslaving?
A
Roken
B
Alcohol
C
Gamen
D
Ectasy

Slide 8 - Quiz

Wat is Hoarden
A
Is een verzamel - stoornis
B
Is verzameldrang
C
Is verzamewoede
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quiz

Onder welke factor valt de invloed van pijn bij het ontstaan van onbegrepen gedrag.
A
Lichamelijk
B
Persoonlijk
C
Psychisch
D
Omgeving

Slide 10 - Quiz

Angst is een gezonde emotie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Anorexia
A
Magerzucht
B
Eetbuien stoornis
C
Vetzucht
D
Angst om verkeerde dingen te eten

Slide 12 - Quiz

Psychotisch verschijnselen zijn:
A
Dingen voelen die er niet zijn
B
Dingen horen die er niet zijn
C
Dingen waarnemen die er niet zijn
D
Alle drie de antwoorden zijn juist.

Slide 13 - Quiz

Expressieve agressie is:
A
Gericht op situatie of organisatie
B
Bewust agressie inzetten om doel te bereiken / dreigen
C
Opgestapelde frustratie/ emotie
D
Neurologische of psychische aandoening

Slide 14 - Quiz

Opstapeling van het wasgoed duidt op een probleem in het leefgebied:
A
Dagbesteding
B
Huiselijke relaties
C
Praktisch functioneren
D
Sociaal netwerk

Slide 15 - Quiz

de cirkle van methodisch werken is:
A
Verkennen, uitvoeren, doelen stellen.
B
Doelen stellen, acties uitvoeren en evalueren
C
Verkennen, plannen, uitvoeren en evalueren
D
Plannen, doelen stellen, evalueren en bijstellen

Slide 16 - Quiz

Een kenmerk van de vroege fase van Alzheimer is :
A
Verwardheid over waar hij is.
B
Geheugenverlies
C
Moeite met kauwen en slikken
D
Wegloop gedrag

Slide 17 - Quiz

Alzheimer is een progressieve ziekte dit betekent dat het na een aantal jaren stopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Fronto-temporale dementie komt vaker voor dan Alzheimer Dementie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Stimuleren van een dagritme.
Wat is een belangrijke tip?
A
Maak een lijstje in je telefoon als je boodschappen gaat doen.
B
Handel de taken een voor een af.
C
Leg spullen op vaste plekken neer
D
Plan je je eetmomenten in.

Slide 20 - Quiz

Wat is het doel van een rapportage bij een ondersteuningsplan.
A
Rapporteren wat je signaleert en observeert
B
Wat jezelf hebt gedaan en met welk doel.
C
Resultaten van je acties zichtbaar maken
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 21 - Quiz

WMO indicatie begeleiden is vrijwel altijd gericht op het vergroten van zelfstandigheid, zelfredzaamheid en participatie.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Oorzaak van ontspoorde zorg is:
A
Overbelasting
B
Onmacht
C
Onkunde
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 23 - Quiz