1.8 SPELLING

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

1.8 SPELLING

in deze les leer je

* persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen

* leestekens goed gebruiken

Maken

opdracht 1,2, en 3

Maken

opdracht 5 en 6

Leestekens

• punt, uitroepteken of vraagteken

• aan het einde van de zin

Mijn broertje is geslaagd. weet je met wat voor cijfer? een 10!

leestekens

• dubbele punt

• na een dubbele punt volgt een voorbeeld, opsomming, citaat of uitleg.

het werkt als volgt: typ de code in en je komt op de juiste pagina

leestekens

• aanhalingstekens

• gebruik je bij citaat of om aan te geven dat je iets anders moet lezen.

hij zei: "morgen wordt het mooi weer'.

leestekens

• komma

• tussentwee gezegdes in een samengestelde zin
• in een opsomming
• tussen twee bijvoeglijke naamwoorden
• bij woordjes als 'toch', 'ja', 'hoor' en 'ok'

Maken 

opdracht  8, 9 en 10  

2.8 spelling

in deze paragraaf leer je

* verschil tussen persoonvorm en voltooid deelwoord

* de komma gebruiken

* zelfstandige naamwoorden in het meervoud spellen

maken

opdracht 1 en 2

voltooid deelwoord

* Altijd hulpwerkwoord (zijn,worden,hebben)

* veel VD beginnen met ge-, ver-, be-

Peter is naar huis gefiets.....

• hele ww: fietsen
• stam: fiets
• staat de 's' in 't kofschip x?
• ja? gefietst met een 't'

Onze buren zijn gisteren verhuis....

• hele ww: verhuizen
• Stam: verhuiz
• staat de Z in 't kofschip x?
• nee? -> verhuisd is met een 'd'

maken 

opdracht 3

Maken

opdracht 5, 6 en 7

Maken

opdracht 9 en 10

klassikale schrijfopdracht

opdracht 11.

dictee tekst bij opdracht 11