Christendom quiz

Christendom quiz
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Christendom quiz

Slide 1 - Diapositive

Welke van onderstaande afbeeldingen is typisch christelijk?
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

Waarom is het kruis een belangrijk symbool?

Slide 3 - Question ouverte

Wie is de voorganger bij Rooms- Katholieken
A
Een dominee
B
Een pastoor
C
Een ‎Bisschop
D
Een paus

Slide 4 - Quiz

Welk interieur van deze kerken is katholiek
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Wat is het Griekse woord voor bijbel

Slide 6 - Question ouverte

Uit hoeveel verschillende boeken bestaat de bijbel
A
55
B
78
C
67
D
66

Slide 7 - Quiz

Verhalen over het leven van jezus werden Evangeliën genoemd, wat betekent dat woord?
A
vrede
B
goed nieuws
C
slecht nieuws
D
gevaar

Slide 8 - Quiz

Waarom werd jezus in Jeruzalem gevangen genomen.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen het oude en het nieuwe testament.

Slide 10 - Question ouverte

pasen
kerst
hemelvaart

Slide 11 - Question de remorquage

wat vieren we bij kerst
A
jezus word gekruist
B
jezus word 1 jaar
C
jezus staat op uit de dood
D
de geboorte van jezus

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het Griekse woord ICHTHUS

Slide 13 - Question ouverte

Wat was een oud symbool van de christenen
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Kunnen volwassenen ook nog gedoopt worden?
ja
nee

Slide 15 - Sondage

Hoe worden mensen in een protestantse kerk genoemd?

Slide 16 - Question ouverte

Welke speciale rituelen kent het christendom

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent ziekenzalving ?
A
Het hoofd wordt ingezalft met water .
B
Je moet naar de dokter
C
het hoofd en de handen worden ingezalft met olie door de priester.
D
S Het ontvangen van de kracht van de heilige geest.

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je de christelijke rituelen?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is een klooster?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe is dierendag onstaan

Slide 21 - Question ouverte

Wie zijn de Franciscanen?
A
Rijke boeren
B
Joodse leiders
C
Handelaren
D
Franciscus met zijn volgelingen

Slide 22 - Quiz