PJDB - Groenvoorziening - Groenmaterialen

Groenvoorziening
Theorie

Materialen/gereedschap
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Groenvoorziening
Theorie

Materialen/gereedschap

Slide 1 - Diapositive

Materialen Groenvoorziening
Tijdens de groenlessen maak je steeds gebruik van verschillende materialen. Het is belangrijk dat je weet hoe het materiaal waar je mee werkt heet en waar je het voor moet gebruiken. Met deze opdracht leer je welke materialen er zijn en hoe ze moet gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

De opdracht
In de volgende slides staan de namen van materialen. Achter de namen noteer je wat voor werkzaamheden je er mee uitvoert. De eerste is voor gedaan. 
Als je het gereedschap niet kent of je weet het niet zoek je het op, op internet (telefoon, laptop). Als laatste zet je onder elk materiaal nog een foto van hoe het er uitziet. 

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld
MATRIAAL: BEZEM

Wordt gebruikt voor:
Met de bezem veeg je de harde ondergrond zoals de straat of de stoep schoon.

Slide 4 - Diapositive

Je kunt bij elke vraag ook en foto insturen

Slide 5 - Diapositive

BATS wordt gebruikt voor

Slide 6 - Question ouverte

HARK wordt gebruikt voor

Slide 7 - Question ouverte

BLADHARK wordt gebruikt voor

Slide 8 - Question ouverte

SPADE wordt gebruikt voor

Slide 9 - Question ouverte

RIEK wordt gebruikt voor

Slide 10 - Question ouverte

SNOEISCHAAR wordt gebruikt voor

Slide 11 - Question ouverte

TAKKENSCHAAR wordt gebruikt voor

Slide 12 - Question ouverte

KRUIWAGEN wordt gebruikt voor

Slide 13 - Question ouverte

HEGGENSCHAAR wordt gebruikt voor

Slide 14 - Question ouverte

JALONSTOK wordt gebruikt voor

Slide 15 - Question ouverte

VEILIGHEIDSHELM wordt gebruikt voor

Slide 16 - Question ouverte

SCHOFFEL wordt gebruikt voor

Slide 17 - Question ouverte

PIKETPAALTJE wordt gebruikt voor

Slide 18 - Question ouverte

MEETLINT wordt gebruikt voor

Slide 19 - Question ouverte

KRABBER wordt gebruikt voor

Slide 20 - Question ouverte

GREEP wordt gebruikt voor

Slide 21 - Question ouverte

KANTENSTEKER wordt gebruikt voor

Slide 22 - Question ouverte

PLANTSCHEPJE wordt gebruikt voor

Slide 23 - Question ouverte

VERTICUTEERHARK wordt gebruikt voor

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive