Week 1.1 - 100% ich - 2 KGT

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Anfang der Stunde

Bereite dich vor!

• Tasche auf dem Bodem
• Arbeitsbuch
• Ruhe bitte

De woorden DE, HET en EEN zijn:

1. lidwoorden
2. voorzetsels
3. onpersoonlijke voornaamwoorden
4. eigennamen

Thema 100% Ich

Was?

- Introductie vak Duits

- Actieve opdracht

- Jezelf voorstellen

- Daltontaak

 

Wie?

1. Handy (mobiel)
2. Lehrer
3. Daltontaak

Lenziel: sich vorstellen

         

Montag

Wer kennt schon Deutsche Wörter?

Was wisst Ihr schon von Deutschland?

Wer war schon mal
in Deutschland?

Sich vorstellen

Mein Vorname ist Sander.

Mein Nachname ist Tooren.

Ich bin Herr Tooren.

Vorstellen

Ich habe 1 (ein) Brüder.

Ich bin Lehrer Deutsch, Wirtschaft und Mentor von 2TL.

Meine Hobbys sind Musik hören, Fußball und ausgehen. Ich wohne in Groningen und dreißig Jahre alt.

Jetzt ihr! 

Nu jullie!

Wie heißt du?

Ich heiße...........

Wie alt bist du?

Ich bin .........Jahre alt.     

Wo wohnst du?

Ich wohne in............

Lehrer fragt Schüler!

Leeftijden: elf, zwölf, dreizehn, vierzehn.

Daltontaak

• Uitdelen + bespreken daltontaak
  
• Afspraken daltontaak

Afspraken

1. Maandag is maak/leerwerk van de vorige week af!
   
2. Leren: eigen initiatief!
3. SO's/PW in Magister
4. Formatieve toets (onaangekondigd)
5. Altijd boeken pennen + papier mee
6. Vragen? Magister!

Arbeitsbuch

Zusammen: Aufgabe 3

Allein oder zusammen:

Aufgabe: 4 und 5 (Seite 14 und 26)

Hausaufgaben

Deze week leren: 

1. Lernliste Deutsch – Niederländisch

2. Lernliste Niederländisch Deutsch

 Seite 26

Volgende les af:

Aufgabe (opdracht) 4 tot en met 7

Niet maken:

Aufgabe: 10 tot en met 13

Wat heb je vandaag...

Gedaan?

Bereikt?

Geleerd?

Bij het vak Duits?

1. 10 sec in stilte nadenken over bovenstaande

2. Daarna vraagt docent een aantal leerlingen

Wat vond je fijn/leuk aan
deze les?

Wat zou de de volgende les graag anders willen zien?

Heb je nog vragen? Ga naar je docent!

Opruimen!

Blijf zitten, klets (zachtjes!) wat met je buurman/buurvrouw

Hausaufgaben

Deze week leren: 

1. Lernliste Deutsch – Niederländisch

2. Lernliste Niederländisch Deutsch

 Seite 26

Volgende les af:

Aufgabe (opdracht) 4 tot en met 7

Niet maken:

Aufgabe: 10 tot en met 13