Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur
Slide 1 - Diapositive
Benoem de 5 temperatuurfactoren.
Slide 2 - Question ouverte
Bij elke 1.000 meter de hoogte in, wordt het ..... graden Celsius kouder.
A
10
B
6
C
4
D
1
Slide 3 - Quiz
Hoe verder een gebied van zee ligt, hoe .... in de zomer.
A
warmer
B
natter
C
koeler
D
ijskouder
Slide 4 - Quiz
- Wat is de naam van de zeestroom die bij NL stroom? - Is dat een koude of warme zeestroom?
Slide 5 - Question ouverte
6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
De verschillen in temperatuur komen door de volgende temperatuurfactoren:
Breedteligging:
Hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
Hoogteligging boven zeeniveau:
Hoe hoger, hoe lager de gemiddelde temperatuur (temperatuurgradiënt).
Het soort gebied dat door de zon verwarmd wordt, water of land:
Water warmt langzamer op en koelt langzamer af dan land.
Aanlandige of aflandige wind:
Een ligging aan zee zorgt bij een aanlandige wind in veel gebieden voor een koele wind in de zomer en een (relatief) warme wind in de winter.
De aanvoer van warme of koude zeestromen:
Zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar de poolstreken en koud poolwater naar de tropen voeren.
Slide 6 - Diapositive
6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.
Opdracht 1:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Lagos op de volgende slide.
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).
Slide 7 - Diapositive
Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
Lagos
Slide 8 - Diapositive
Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Lagos op de vorige slide. - Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos. - Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).
Slide 9 - Question ouverte
6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.
Opdracht 2:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Warschau op de volgende slide.
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).
Slide 10 - Diapositive
Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
Warschau
Slide 11 - Diapositive
Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Warschau op de vorige slide. - Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau. - Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau.(benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).
Slide 12 - Question ouverte
6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.
Opdracht 3:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en La Paz op de volgende slide.
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).
Slide 13 - Diapositive
Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
La Paz
Slide 14 - Diapositive
Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en La Paz op de vorige slide. - Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz. - Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).