Oefenvragen tentamen 3 deel 1

4 HAVO: Ecologie en milieu
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4 HAVO: Ecologie en milieu

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4 HAVO: Ecologie en milieu

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Water is een voorbeeld van een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vossen en konijnen die in het zelfde bos leven vormen samen een leefgemeenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De populaties van verschillende soorten vormen samen een leefgemeenschap
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Producent staat altijd als eerste.
Pijlen staan naar het organisme die wat eet.
5 HAVO: Gaswissling en uitscheiding

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diffusie van een stof gaat altijd...
A
van een hoge naar een lage concentratie, vanzelf
B
van een lage naar een hoge concentratie, vanzelf
C
van een hoge naar een lage concentratie, kost energie
D
van een lage naar een hoge concentratie, kost energie

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke spieren hebben welke taak?
Inademen
Uitademen
Binnenste tussenribspieren
Buitenste tussenribspieren
Midden-rif
Buikspieren
Nekspieren

Slide 11 - Question de remorquage

Buitenste tussenribspieren trekken de borstkas omhoog
Binnenste tussenribspieren spelen een rol bij een diepe uitademing, ze duwen de borstkas extra naar beneden. 
Waar zit het ademcentrum in de hersenen en wat is de belangrijkste prikkel voor het ademcentrum?
A
grote hersenen, concentratie O2 in bloed
B
grote hersenen, concentratie CO2 in bloed
C
hersenstam, concentratie O2 in bloed
D
hersenstam, concentratie CO2 in bloed

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?
A
dikke waslaag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
B
verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
C
klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
D
zowel a,b als c

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen functie van de lever?
A
rode bloedcellen afbreken
B
glucose opslaan
C
DNA afbreken
D
CO2 opslaan

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel hoort bij nummer 1
A
nierkapsel
B
niermerg
C
nierschors
D
nierlichaampje

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door een hoge ADH (anti plashormoon) spiegel ……...de bloeddruk.
A
stijgt
B
daalt

Slide 16 - Quiz

Door het hormoon ADH plas je minder, het water wordt geresorbeerd. Het water blijft in het lichaam/bloedbaan --> bloeddruk stijgt
5 HAVO: Bescherming

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de volgende gevallen worden bij de mens weefsels overgebracht:
1 bij een harttransplantatie;
2 bij een transfusie waarbij iemand met bloedgroep AB zonder resusantigeen voor de eerste keer bloed krijgt van iemand met bloedgroep AB met resusantigeen;
3 bij een bypassoperatie, waarbij een stukje bloedvat uit een been van een patiënt wordt overgebracht naar zijn hart.
In welk geval of in welke gevallen bestaat de kans dat antistoffen tegen het overgebrachte weefsel of tegen de overgebrachte cellen worden geproduceerd?

A
alleen 1
B
alleen 1 en 2
C
alleen 1 en 3
D
bij 1 en 2 en 3

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jos en Krijn bezoeken de open dag van de Hogeschool Utrecht. Na afloop horen zij dat het bofvirus ook daar voorkomt. Zij opperen een aantal ideeën over de bofuitbraak onder studenten
.1 Het bofvirus kan gemuteerd zijn, waardoor de immuniteit bij de studenten daartegen niet meer werkte.
2 Natuurlijke immuniteit voor de bof werkt levenslang, kunstmatige niet.
3 Tentamenstress kan het immuunsysteem van de studenten tijdelijk uitschakelen.
Welke uitspraken kunnen verklaren dat de bof onder studenten van de Hogeschool Utrecht weer de kop heeft opgestoken?

A
stelling 1 en 2
B
stelling 1 en 3
C
stelling 2 en 3
D
alle stellingen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Krijn is nooit tegen de bof gevaccineerd en heeft de ziekte nog niet gehad.
Door de activiteit van welke cellen zal hij bij een besmetting van de bof kunnen genezen?

A
geheugencellen, B-cellen en T-cellen
B
B en T-cellen
C
alleen geheugencellen en B-cellen
D
alleen B-cellen

Slide 20 - Quiz

Bof is een virus
B en T cellen werken samen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions