Blok 4 Spelling 4.8 au of ou + dictee

Blok 4 Spelling
4.8 au of ou
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Blok 4 Spelling
4.8 au of ou

Slide 1 - Diapositive

au of ou?
  • Bij de letters 'au' en  'ou' hoor je dezelfde klank. 
  • Er is geen regel wanneer je 'au' of 'ou' schrijft.
  • Deze woorden moet je dus goed uit je hoofd leren.

  • Bijvoorbeeld:
  • gauw, auto, blauw, pauw,         rauw (bv. niet gebakken)
  • touw, stout, kabouter, zout,    rouw (verdrietig)

Slide 2 - Diapositive

Blok 4 Spelling dictee

ou en au woorden

Ik lees 10 zinnen voor.
Je ziet de zinnen ook.
2 woorden staan niet ingevuld.
Die 2 woorden moet je invullen.





Slide 3 - Diapositive

Even een voorbeeld

Slide 4 - Diapositive

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

De _________ schreeuwde in de ochtend zijn keel ________

Slide 5 - Question ouverte

Dan gaan we nu beginnen.

Slide 6 - Diapositive

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

De ___________ was helaas nog helemaal ________

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

Wil jij die _____ theedoek __________?

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

Help mij _______ even mee met _______ .

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

De ____________ maakte het _________ stevig vast.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

Ik ____________ wel eens per ongeluk naar ______.

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

Met zijn ___________ kan een kat zich goed _____________.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

Als je in de ____________ bent, draag je vaak _____________kleren.

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

‘Ik lust geen _________ soep', zei de deftige ____________’.

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

De ____________ zonnestralen schijnen op de ___________ .

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf de 2 ontbrekende woorden op.
Luister eerst goed naar de zin.

Toen je uitschoot met de ___________ , riep ik keihard: ‘____!

Slide 16 - Question ouverte

au of ou?
  • Bij de letters 'au' en  'ou' hoor je dezelfde klank. 
  • Er is geen regel wanneer je 'au' of 'ou' schrijft.
  • Deze woorden moet je dus goed uit je hoofd leren.

  • Bijvoorbeeld:
  • gauw, auto, blauw, pauw,      rauw (bv. niet gebakken)
  • lou, stout, kabouter, zout,     rouw (verdrietig)

Slide 17 - Diapositive

Nu zelfstandig aan de slag


in lessonup staat de oefen les/toets klaar 'oefen spelling au ou blok 4'

Deze ga je nu maken.

Slide 18 - Diapositive