3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd 2024

H3.4 Koningstijd, Republiek, Keizertijd


Rome: van koninkrijk naar republiek
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3.4 Koningstijd, Republiek, Keizertijd


Rome: van koninkrijk naar republiek

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen 

1. Je kunt uitleggen wat de Romeinse republiek is en hoe deze bestuurd werd.
2. Je kunt uitleggen wat een Consul is.
3. Je kunt uitleggen wat de Senaat is.
4. Je kent de begrippen aristocratie en democratie en deze kun je in je eigen woorden uitleggen.
5. Je kunt uitleggen of de Romeinse republiek wel of geen democratie was.
Tekst

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H3.4 Koningstijd, Republiek, Keizertijd
Wat is Romanisering? Het antwoord staat op blz. 60

Schrijf het antwoord op in je schrift

 Leg met een voorbeeld uit wat bedoelen met Romanisering.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • 753 v. Chr. tot 509 v. Chr.
Romeinse Koninkrijk

  • 509 v. Chr. tot 27 v. Chr. 
Romeinse Republiek

  • 27 v. Chr. tot 476 n. Chr.  
Romeinse Keizerrijk

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koningstijd 755 v. Chr-509 v. Chr.
  • Tarquinius Superbus verjaagd, laatste koning Rome=> hij was volgens de romeinen wreed en arrogant.
  • Geen monarchie meer, nooit mocht 1 persoon meer zoveel macht krijgen en  erfelijke macht doorgeven aan zijn zoon.
  • Rome werd een Republiek (staatsvorm zonder koning) met aristocratie (bestuur met rijke mensen, meestal edelen).

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de Romeinse republiek (509-30 v Chr)
Wat betekent onderstaande afkorting? 




Senatus Populusque Romanus =
De senaat en het volk van Rome

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


De Romeinse Republiek
  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Een aristocratie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)





  • De laatste Etruskische koning wordt verdreven in 509 v. Chr.
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen-> Republiek
  • Niet langer een nieuwe leider, maar twee: consuls telkens voor een jaar (waarom)
  • Senaat voor advies, maar wel leidend!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Senaat bestaat uit senatoren van uitsluitend oude, adellijke familie.



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Romeinse volk...
Was ontevreden over het nieuwe bestuur en begint te staken!
Resultaat: er worden twee volkstribunen aangesteld

Volkstribunen: om de gewone mensen (plebs) te beschermen en te steunen en om voor ze op te komen! Hoe? Elke volkstribuun had het veto-recht=ik verbied (daarmee kun je in je eentje een  beslissing tegenhouden).

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Romeinse Republiek
  • De republiek wordt bestuurd door de senaat (raad van ouderen). Rijke Romeinen werden senator.

  • Het volk kiest elk jaar twee leiders: consuls.

  • Zij voeren de besluiten van de senaat uit.

  • Vetorecht

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Republiek 509 v. Chr- 30 v. Chr.
  • Bestuur Republiek:
  1. 2 Consuls: hoogste bestuurders, legeraanvoerders Rome. (Niet langer dan 1 jaar)
  2. Senaat: Senatoren geven advies aan de consuls. (Meeste macht).
  3. Volkstribunen: beschermers van het volk. Met vetorecht alle beslissingen van de Senaat en consuls tegenhouden.
  • Stemmen in volksvergadering van de rijken telden meer dan van de gewone burgers.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit het bestuur tijdens de Republiek in elkaar?
2 consuls
Senaat met 300 leden
10 Volkstribunen 
alle mannen met burgerrecht in de volksvergadering
vetorecht
legeraanvoerder
Hoogste bestuurder
Geven advies
stemmen

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

  • In de 1e eeuw v. Chr. waren de legercommandanten machtiger geworden dan de senaat. Senaat en consuls wilden daar niet aan meewerken.
  • Gevolg: ze probeerden wetten via de volksvergaderingen in te voeren, zoals uitdelen van gratis graan en verdeling van grond. De volkstribunen moesten die indienen, zo kreeg het volk meer macht. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel: ik kan uitleggen hoe het Romeinse rijk van een republiek weer een monarchie werd.
"De Senaat en het Volk van Rome"

Senatus Populusque Romanus

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Julius Caesar
Tussen 58-50 v.C. veroverde de legeraanvoerder Julius Caesar heel Gallië (Frankrijk, België en Zuid-Nederland). Hij ging daarna met zijn leger terug naar Rome en dwong de senaat om hem te benoemen tot alleenheerser

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Burgeroorlogen 1e eeuw v. Chr. 
  • Burgeroorlog: oorlog binnen een land/rijk tussen burgers onderling.
  • Generaals met elkaar in oorlog om de macht=> Julius Caesar won in 45. v. Chr. en riep zichzelf uit tot dictator voor het leven. Hij ging nu alleen Rome besturen. => werd in 44 . v. Chr. vermoord door Senatoren.
  • Senatoren wilden de Republiek terug.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Keizertijd 30 v. Chr.-476 na Chr. Romeinse Rijk werd weer een monarchie.
  • Na moord op Caesar burgeroorlogen tussen aanhangers van Caesar en de moordenaars van hem. Later tussen Octavianus en Marcus Antonius onderling.
  • Octavianus wint 31. v. Chr. => Gevolg: Hij zegt tegen de Senaat dat hij de Republiek hersteld heeft en dat de Senaat weer de macht heeft. Krijgt van de Senaat de titel Augustus= verhevene=> 1e keizer Romeinse rijk Caesar Augustus.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Feiten kun je controleren door bronnen uit de tijd, die gebeurtenissen hebben echt plaatsgevonden.
Welke van de volgende is een feit?
A
Julius Caesar was een aardige man.
B
Julius Caesar's moord was een laffe daad.
C
Julius Caesar was een wrede tiran.
D
Julius Caesar was een dictator.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in (?) de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 21 - Diapositive

Volgens de Romeinse historicus Flavius ​​Eutropius werd Caesar meer dan 23 keer neergestoken door de meer dan zestig daders.
Meningen zijn niet te controleren, zegt meer iets over wat iemand vindt van iets of iemand.
Welke van de volgende is een mening?
A
Julius Caesar werd vermoord door senatoren.
B
Julius Caesar werd vermoord door laffe mensen zoals Brutus.
C
Julius Caesar veroverde Gallië en grote delen van Noordwest Europa.
D
Julius Caesar had de leiding over meerdere legioenen.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft de senaat weer de macht?
Hoewel Julius Caesar vermoord is lukt het de senatoren niet om de macht terug te krijgen. Er ontstaat een nieuwe burgeroorlog die wordt gewonnen door een achterneef van Julius Caesar: Octavianus.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begin van het keizerrijk
Octavianus gebruikte Caesar (de tweede naam van Julius) als titel--> Keizer. Hij kreeg de eretitel Augustus (de Verhevene). Het Romeinse rijk is vanaf 27 v.C. een keizerrijk.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Augustus krijgt alle macht van de Senaat:
  1. opperbevelhebber leger
  2. consul onbepaalde tijd
  3. hoogste priester
  4. beheerder schatkist
  5. volkstribuun met vetorecht
  • Krijgt als privé bezit Egypte zodat hij altijd graan kan uitdelen.
  • Rome weer een monarchie.
  • Augustus alle macht=>zorgt voor rust, welvaart en vrede in Romeinse Rijk (Pax Romana: Romeinse vrede)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Onder leiding van Augustus grote uitbreiding van het Romeinse Rijk.
  • Nieuw veroverde gebieden werden verdeeld in provincies, de keizer was overal de baas.
  • Hiermee het ontstaan van het Imperium Romanum > het Romeinse Wereldrijk.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De keizertijd na Augustus (blz. 64)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuur keizertijd
  • Senaat, consul, volkstribuun bleven bestaan naast de keizer, maar die had alle macht in handen in de praktijk.
  • Niemand wilde terug naar de Republiek met burgeroorlogen, hongersnood, politieke ruzies. 
  • Keizer benoemde gouverneurs voor bestuur provincies, bestuurders in rechtspraak en financiën, generaals.
  • Apart keizerlijk bestuur naast Senaat.
  • Keizer werd vereerd als God.



Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Keizers probeerden de macht te houden door het tevreden houden van:
  1. het volk door 'brood en spelen'=> voedsel uitdelen en vermaak organiseren zoals toneel en gladiatorengevechten.
  2. het leger door ze meer salaris en buit geven.
  3. de senaat door ze om advies te vragen.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf in je schrift de antwoorden van de volgende vragen op:
- Noem de drie onderdelen van het Bestuur tijdens de Republiek en wat hun taak was.

- Leg uit waarom de Romeinen nooit meer een monarchie wilden.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting leerdoelen
Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema
(wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).
Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.
timer
2:00

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A: Leg uit waarom Octavianus in zijn strijd om de macht met de Senaat het beter aan pakte dan zijn stiefvader Julius Caesar.

B: Wie was de 1e keizer van het Romeinse Rijk?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions