Pathologie BBL - bewegingsstelsel

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
pathologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student kent de basispathologie rondom het bewegingsstelsel.

Subleerdoelen
De student kan:

1. De volgende begrippen uitleggen en de verschillen benoemen van een:
        o Distorsie
        o Luxatie
        o Spierruptuur
        o Contusie
        o Fractuur

2 Benoemen wat de kenmerkende symptomen zijn van een fractuur

3 Van de volgende ziektes in het kort beschrijven: Reumatoïde artritis, osteoporose, artrose 


 
Leerdoelen week 2

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Fractuur
- Enkelvoudig: 1 bot, 1 breuk
- Meervoudig: 1 bot, meerdere breuken
- Gecompliceerd: bot steekt door de huid
- Ongecompliceerd: bot steekt niet door de huid

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Distorsie
Luxatie
Ruptuur
Contusie
Fractuur
Distorsie
Luxatie
Ruptuur
Contusie
Fractuur

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Quizvragen
Er volgen nu een aantal quizvragen over de lesstof van deze week.
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 20 - Diapositive

Stelling:
Je kunt botbreuken in twee verschillende categorieën indelen

A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz


Stelling:
Je spreekt van een fractuur wanneer de continuïteit van 1 of meerdere botten is verbroken.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander woord voor verzwikking?

A
Distorsie
B
Contusie
C
Ruptuur
D
Luxatie

Slide 23 - Quiz


Waarvoor staat de C in de RICE methode?

A
Compressie
B
Contusie
C
Complicatie
D
Combinatie

Slide 24 - Quiz


Welk kenmerk hoort bij een gecompliceerde fractuur?

A
Er is sprake van twee breuken in één botstuk
B
Het botstuk is helemaal verbrijzeld
C
Het botstuk geneest niet goed
D
Het botstuk steekt door de huid heen naar buiten

Slide 25 - Quiz


Wat is repositie?
A
Hoog houden van het aangedane lichaamsdeel
B
Verzwikken van een gewricht
C
Vastzetten van een botstuk
D
Terugzetten van een botstuk op zijn oorspronkelijke plaats

Slide 26 - Quiz


Wat is een contusio cerebri?
A
Een kneuzing van de hersenen
B
Een kneuzing van een nekwervel
C
Een kneuzing van de nier
D
Een kneuzing van de enkel

Slide 27 - Quiz