Oefentoets Politiek

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Oefentoets
Politiek 

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Politici en ambtenaren vormen samen de overheid.
2. Politici moeten besluiten nemen die in het algemeen belang zijn.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Wat is een voorbeeld van directe democratie?

1. De overheid keurt de bouw van een ondergrondse tunnel af.
2. Een groep mensen protesteert tegen de sloop van een wijk.
3. Een burgemeester verbiedt een groot feest in zijn stad.
4. De bevolking stemt voor het plan om de plezierjacht op dieren te verbieden.

Welke zinnen zijn juist?
Linkse partijen:
1. vinden dat mensen altijd voor zichzelf moeten zorgen.
2. willen lagere uitkeringen voor mensen zonder werk.
3. vinden dat de regering moet opkomen voor zwakkeren in de samenleving.
4. willen een actieve overheid.

1. 1 en 2 zijn juist.
2. 1 en 3 zijn juist.
3. 3 en 4 zijn juist.
4. 2 en 4 zijn juist.

Welke zinnen zijn juist?
1. Christen-democraten laten zich leiden door het geloof.
2. De meeste christen-democraten zijn voor economische vrijheid.
3. Naastenliefde is een belangrijke waarde voor christen-democraten.
4. Vooral de overheid moet volgens de christen-democraten de zorg voor ouderen op zich nemen.

1. 1 en 3 zijn juist.
2. 1 en 4 zijn juist.
3. 2 en 3 zijn juist.
4. 2 en 4 zijn juist.

In welke politieke stroming zijn economische en persoonlijke vrijheid het belangrijkst?

1. De christen-democratie.
2. De sociaal-democratie.
3. Het liberalisme.
4. Alle stromingen.

Beantwoord de vragen op de volgende pagina's. 

PvdA is een ... partij.

1. Linkse
2. Midden
3. Rechtse

"Maar wij vinden dat de auto-industrie daar zelf aan moet kunnen werken. Dan kunnen mensen kiezen welke auto ze gaan rijden."
Dit standpunt past het beste bij...

1. Sociaal-democratie
2. Christen-democratie
3. Liberalisme

Welke krantenkop past bij welke politieke stroming?

Pleidooi voor Dag van de Vrijwilliger

Overheid moet mensen met schulden sneller helpen

Goed nieuws! De autobelastingen gaan volgend jaar omlaag!

Sociaal-democratie

Christen-democratie

Liberalisme

De overheid heeft geld nodig om allerlei taken uit te voeren. Wat kan de overheid doen om meer geld te krijgen?

1. De belastingen verhogen en geld lenen.
2. De belastingen verlagen en geld lenen.
3. De belastingen verlagen en bezuinigen.
4. Meer geld uitgeven en geld lenen.

Bij de overheid werken mensen met allerlei beroepen: ….…………, leraren, agenten en parkeerwachters.

1. boekverkopers
2. loodgieters
3. advocaten
4. rechters

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Bij een directe democratie hoort een referendum.
2. Bij een indirecte democratie horen volksvertegenwoordigers.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Passief kiesrecht betekent dat:

1. politici over wetten stemmen.
2. maar weinig mensen gaan stemmen.
3. je bij verkiezingen mag gaan stemmen.
4. mensen bij verkiezingen op jou kunnen stemmen.

Iemand die in verkiezingstijd de belangrijkste persoon van een politieke partij is, noemen we de:

1. premier
2. lijsttrekker
3. minister
4. voorzitter

“Wie hard werkt, mag ook veel verdienen.”
Deze uitspraak hoort vooral bij:

1. links
2. midden
3. rechts
4. zowel links als rechts

Welke politieke partij is een rechtse partij?

1. ChristenUnie
2. PvdA
3. SP
4. VVD

Welke waarden passen het beste bij de sociaaldemocraten?

1. Economische en persoonlijke vrijheid
2. Solidariteit en gelijkwaardigheid
3. Naastenliefde en geloof
4. Macht en rijkdom

D66 is een ... partij.

1. sociaaldemocratische
2. christendemocratische
3. liberale

Forum voor democratie is een ... partij.

1. linkse
2. midden
3. rechtse

Hogere belastingen voor topinkomens zorgen voor meer gelijkheid in de samenleving.
Deze uitspraak hoort vooral bij:

1. links
2. midden
3. rechts
4. zowel links als rechts

Bij een indirecte democratie:

1. kiest de bevolking politici die voor hen besluiten nemen.
2. stemt de bevolking zelf over elk besluit.
3. kiest de bevolking in een referendum de volksvertegenwoordigers.
4. nemen de kiezers en de volksvertegenwoordigers samen in een referendum de besluiten.