Mitose en Meiose. bs 1.5 en 1.6

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Mitose en Meiose

Wat gaan we doen? 

1. Uitleg 1.5 en 1.6 
2. Opdrachten van 1.1 t/m 1.4 nakijken 
3. Tekeningen afmaken en het verslag 
4. Einde 

Leerdoelen 1.5

• Je kan beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt
• Je kan het doel van mitose beschrijven 

• Je kan de kenmerken van mitose benoemen

Mitose (gewone celdeling)

chromosomen 

• Dit is een chromosomenportret (karyogram) 
• Mensen hebben 23 paren chromosomen.
• Totaal 46 chromosomen.
• De paren zijn gelijk, behalve de geslachtschromosomen  (bij de man XY en vrouw XX)

Lichaamscel 

1 bevruchte eicel

100 duizend miljard cellen

Gewone celdeling (mitose)

Je lichaam maakt elk uur nieuwe cellen

Waarom is dat nodig?

Mitose is belangrijk voor:

• Groei
• Herstel 
• Vervanging van (oude) cellen

Mitose gebeurt overal in het lichaam, behalve in de eierstokken en teelballen 

Hoe delen de lichaamscellen zich? 

Mitose (gewone celdeling)

Mitose (gewone celdeling)

Mitose

Voor de deling zijn de chromosomen nog niet zichtbaar in de kern

Mitose

Kopiëren. Het chromosoom gaat van 1 naar 2 draden.

Kopieren van de DNA- keten

Mitose

Spiraliseren

Bij de start van de kerndeling worden de chromosomen korter en dikker

Mitose

De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen

De kernmembraan verdwijnt

Mitose

De twee DNA-ketens van elk chromosoom gaan uit elkaar

Mitose

Het origineel en een kopie van de DNA- keten zijn elk naar een kant getrokken

Mitose

Er zijn twee dochtercellen ontstaan met elk een eigen celkern

Vorming van lichaamscellen kort samengevat 

1. Kerndeling: de celkern deelt zich in 2   
2. Celdeling: cytoplasma deelt zich in 2 zodat er 2 nieuwe cellen ontstaan 
3. Plasmagroei: gedeelde cellen vormen extra cytoplasma  

Gewone celdeling heet ook wel:

1. mitose
2. meiose

Bij mitose ontstaan nieuwe lichaamscellen

1. waar
2. niet waar

Het doel van mitose

1. maken van nieuwe cellen voor groei, vervanging en herstel
2. maken van cellen voor de voortplanting

Waar vindt mitose plaats in ons lichaam?

1. Alleen in de huid
2. Overal in het lichaam
3. Overal in het lichaam, behalve in de eierstokken en teelballen
4. In de eierstokken en in de teelballen

Bij mitose wordt het aantal chromosomen in de dochtercellen

1. gehalveerd
2. niet veranderd
3. verdubbeld

Elke gewone lichaamscel bevat

1. 23 Chromosomen
2. 34 Chromosomen
3. 46 Chromosomen
4. 92 Chromosomen

Je ziet enkele stappen uit de mitose. Zet deze stappen in de juiste volgorde

1

5

4

3

2

6

De chromosomen worden uit elkaar getrokken

De cel groeit uit tot het oorspronkelijke formaat

Chromosomen worden zichtbaar

De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen

Er ontstaan 2 cellen

Chromosomen worden gekopieerd

Meiose 

Leerdoelen 1.6 

• Je kunt beschrijven hoe reductiedeling (meiose) verloopt 
• Je kunt beschrijven wat het doel van meiose is en wat de kenmerken zijn 

Zaadcel

Een zaadcel wordt door meiose in de teelballen geproduceerd  

Eicel 

Een eicel wordt door meiose in de eierstokken geproduceerd 

Meiose

• Deze geslachtscellen worden gemaakt door meiose (reductiedeling)

Aantal chromosomen in de geslachtscellen bij een mens

In een eicel zitten 23 chromosomen.

In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Lichaamscel en geslachtscel 

mitose

meiose

mitose

Mitose en meiose

Meiose:

• Reductiedeling
• Functie: Maken van geslachtscellen

Mitose:

• Gewone celdeling
• Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Wat is de functie van meiose?

1. Maken van geslachtscellen
2. Herstellen van beschadigde cellen
3. Vervangen van lichaamscellen
4. Bijmaken van lichaamscellen

Wat is het verschil tussen meiose en mitose?

1. Meiose maakt geslachtscellen, terwijl mitose lichaamscellen bijmaakt
2. Meiose maakt geslachtscellen, terwijl mitose beschadigde cellen herstelt
3. Meiose maakt lichaamscellen, terwijl mitose beschadigde cellen vervangt
4. Meiose maakt lichaamscellen, terwijl mitose geslachtscellen bijmaakt

Nakijken 

Opdracht 1.1 t/m 1.4 

Ben je hiermee klaar? 

Maak je tekeningen af en werk aan het biologisch verslag

Wat vond jij lastig aan deze lesstof?