Hoofdstuk 3: Antwoorden

Antwoorden H3 opdracht 3.01 blz 196:
a: eerste hulp is noodzakelijke hulp die verleent wordt in afwachting van professionele  
    hulpverlening
b: Eerste hulp bij ongelukken
c: Dit is de persoon die in. staat is om noodzakelijke eerste hulp te verlenen aan het 
    slachtoffer. Dit op basis van voldoende kennis en vaardigheden.
d: Brandweer politie en ambulance
e: Dit is iemand die een acuut optredende of levensbedreigende stoornis heeft en hulp nodig 
    heeft. 
f: De eerstehulpverlener zorgt ervoor dat het slachtoffer wordt overgedragen aan de 
   professionele hulpverlener. Hij doet dit door verergering en uitbreiding van stoornissen en 
   letsel te voorkomen en/of de kans op gevolgen te verkleinen. 
g: Risico’s kunnen zijn: het voorkomen van afkoeling van het slachtoffer, voorkomen van 
    shock, voorkomen van een gevaarlijke situatie door bijvoorbeeld het verkeer, voorkomen  
    van een infectie. 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBOMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Antwoorden H3 opdracht 3.01 blz 196:
a: eerste hulp is noodzakelijke hulp die verleent wordt in afwachting van professionele  
    hulpverlening
b: Eerste hulp bij ongelukken
c: Dit is de persoon die in. staat is om noodzakelijke eerste hulp te verlenen aan het 
    slachtoffer. Dit op basis van voldoende kennis en vaardigheden.
d: Brandweer politie en ambulance
e: Dit is iemand die een acuut optredende of levensbedreigende stoornis heeft en hulp nodig 
    heeft. 
f: De eerstehulpverlener zorgt ervoor dat het slachtoffer wordt overgedragen aan de 
   professionele hulpverlener. Hij doet dit door verergering en uitbreiding van stoornissen en 
   letsel te voorkomen en/of de kans op gevolgen te verkleinen. 
g: Risico’s kunnen zijn: het voorkomen van afkoeling van het slachtoffer, voorkomen van 
    shock, voorkomen van een gevaarlijke situatie door bijvoorbeeld het verkeer, voorkomen  
    van een infectie. 

Slide 1 - Diapositive

h: Het Oranje Kruis is een Koninklijke stichting die zich inzet voor het verspreiden van 
    kennis en kunde op het gebied van EHBO in Nederland. Het is een onafhankelijk  
    certificerende organisatie, wat inhoudt dat zij geen onderdeel zijn van een lokale of 
    landelijke overheid en dat zij geen deel uitmaken van een grotere overkoepelende 
    organisatie.

i:Het oranje kruis houdt zich bezig met:
- het certificeren van cursisten die de EHBO  
  basiscursus hebben gevolgd.
- het verwerken van verzoeken tot in- en uitschrijvingen 
  voor eerstehulpverleners.
Ook is het Oranje Kruis een kenniscentrum voor alle informatie 
  die gerelateerd is aan eerste hulp voor instructeurs, examinatoren, cursisten en 
  opleidingsinstituten. Enkele voorbeelden hiervan zijn beoordelingsformulieren voor 
  examinatoren, handleidingen voor instructeurs, relevante wijzigingen in wetten en 
  regelgeving en materiaallijsten voor benodigde materialen bij EHBO.

Slide 2 - Diapositive

OPDRACHT 3.02:  blz. 202
Bij brand, bij een vechtpartij.


OPDRACHT 3.03
1. Fiets aan de kant leggen
2. Andere verkeersdeelnemers waarschuwen (verkeer regelen)
3. Een plek zoeken aan kant van de weg/op de stoep/ in de berm.



Slide 3 - Diapositive

OPDRACHT 3.04 blz. 203

a. Informatie over hoe het ongeval heeft plaatsgevonden, geeft aanwijzingen voor mogelijk letsel. Dit is belangrijke informatie voor de professionele hulpverlening. Niet alle letsels zijn direct zichtbaar. Bijvoorbeeld letsel door elektriciteit. 
b.
1.Kijken: is er wat te zien in de buurt van of aan het slachtoffer? Overig verkeer, glasscherven, een wond, blauwe plek of zwelling. 
2. Luisteren: geluiden uit de omgeving, ademhaling van het slachtoffer 
3. Ruiken: gaslucht, benzine, alcohol

Slide 4 - Diapositive

OPDRACHT 3.05  blz. 202
a. Dit is een toestand waarin het slachtoffer besef heeft van zijn omgeving, prikkels uit zijn omgeving kan waarnemen en op deze prikkels kan reageren. Het slachtoffer is in staat om gedachten te vormen en zaken te beoordelen. 

b. Er zijn dan bedreigingen voor een vrije luchtweg, een normale ademhaling en een goedwerkende circulatie (bloedsomloop).


OPDRACHT 3.06 blz. 204 
Je geeft een eerlijk antwoord, zonder beloftes te doen die je niet waar kan maken. Bijvoorbeeld:
Slachtoffer: “Het komt toch wel goed?”
Hulpverlener: “Meneer (of mevrouw), we gaan er alles aan doen om u te helpen.

Slide 5 - Diapositive

” OPDRACHT 3.07 

Door een kleinigheidje te geven dat afleiding biedt. Door van een latex handschoen een ballon te maken. Door de ouders het kind gerust laten stellen of door een broertje/zusje/omstander het kind af te laten leiden. De eerstehulpverlener kan zich dan goed concentreren op de eerste hulp die geboden moet worden.


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Antwoord opdracht 3.09 blz 207

De omstander kan vertellen welke hulp komt en hoe snel. 
De omstander kan de eerstehulpverlener ook helpen bij de hulpverlening aan het slachtoffer of slachtoffers

Slide 8 - Diapositive

Antwoord opdracht 3.10 blz 207
b: 1. Om de beller terug te kunnen bellen als de verbinding wordt verbroken.
    2. Om het adres te controleren en zeker te weten dat de centralist de juiste gegevens 
        heeft.
 
    3. Om goed in te schatten wat er gebeurd is, welk letsel of verwonding het slachtoffer 
        heeft.   
    4. Om te bepalen welke professionele hulpverlener gestuurd moet worden
. Als de   
        professionele hulpverlening arriveert, moet deze niet gehinderd worden door 
        bijvoorbeeld één of meerdere blaffende honden.  
d: 1. Ja omdat, de centralist dan kan beoordelen of naast de gestuurde ambulance ook nog 
        een andere ambulance gestuurd moet worden.
    2. Om de mensen bij te staan in de periode totdat de ambulance arriveert. Ook geven ze  
        instructies over wat ze kunnen doen, zodat de hulpverleners zo snel mogelijk aan de  
        slag kunnen.

Slide 9 - Diapositive

OPDRACHT 3.11 blz. 210
a.
1.Om het slachtoffer en jezelf als hulpverlener uit een gevaarlijke situatie te halen. Denk bijvoorbeeld aan brand, gevaar voor instorting, giftige gassen).

2.Als je het slachtoffer geen beschutting kunt geven op de plaats van het ongeval.

b. Sommige letsels, zoals wervelletsel, botbreuken en inwendige letsels kunnen door onnodige verplaatsing verergeren.

Philippe ervoor zorgen dat familie, zoals vader, gebeld wordt.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive