GT1B/GT1C 17-2-2022

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

Aardrijkskunde GT1

17-2-2022

Oriëntatie

• Huiswerk afgerond?
  
• Leerdoelen

       - Je weet waar Nieuwe Nederlanders vandaan komen

       - Je begrijpt waarom de cultuur belangrijk is voor Nieuwe Nederlanders

       - Je kunt uitleggen welke verschillen er kunnen zijn in een multiculturele 

          samenleving

Lesplanning

• Uitleg §2.5 (20 min)
  

       - Nieuwe Nederlanders en groepen migranten

       - Multiculturele samenleving

• Maken §2.5 (20 min)
  

       Opdracht 1 t/m 5

Uitleg §2.5

Wat weet je nog over
Nieuwe Nederlanders?

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand van wie beide ouders in Nederland geboren zijn

1. zonder migratie-achtergrond
2. met migratie-achtergrond

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand van wie beide ouders in Turkije geboren zijn

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die in Indonesië geboren is en naar Nederland gaat verhuizen

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die in Afghanistan is geboren en naar Nederland komt

1. zonder migratie-achtergrond
2. met migratie-achtergrond

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die in Afghanistan is geboren en naar Nederland komt

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

In welk deel van Nederland wonen de meeste Nieuwe Nederlanders?

1. in grote steden
2. westen
3. oosten
4. Zuid-Limburg

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §2.5: opdracht 1 t/m 5
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	20 minuten; zelfstandig of samenwerken Vragen? Overleg met klasgenoten of docent
Klaar?	Opdrachten leerdoelen §2.4 en §2.5 Herhaling en/of verdieping §2.4 en §2.5

Heb je behoefte aan meer uitleg over §2.4 en §2.5?

1. ja
2. nee

Afsluiting

Huiswerk voor 24-2

• Maken §2.5: opdracht 1 t/m 5
  

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.4 en §2.5?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig