2.1 De pruikentijd

Hoofdstuk 2 Pruiken en revoluties


Par. 2.1  De Pruikentijd

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 Pruiken en revoluties


Par. 2.1  De Pruikentijd

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen deze les?
Keuze toets of opdracht?

Uitleg par. 2.1
Huiswerk voor de volgende les: paragraaf 2.1
Bespreken PW en opdracht of vragen over het huiswerk: KWT!



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak je in week 03 een toets of lever je de webquest-opdracht in?
Let op:
Begin op tijd aan de webquest
Deadline 16 januari

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • hoe het ging met de Nederlandse economie
  • welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
  • welke nieuwe ideeën ontstonden

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerkend aspect bij deze paragraaf:
het denken over staat en maatschappij in de Verlichting

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland
  • Nederland was niet meer het rijkste land van Europa, zoals dit in de Gouden Eeuw het geval was

  • In de steden was het vaak armoedig, daarom bouwden rijke Amsterdammers dure huizen aan de rivieren

  • In Nederland was er geen koning, de adel had weinig macht en de geestelijkheid bestond niet in de protestante kerk

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pruiken voor de rijken
  • In de 18e eeuw was het in de mode om pruiken te dragen

  • Daarom wordt de 18e eeuw de pruikentijd genoemd

  • Met een pruik konden mannen laten zien hoe rijk of belangrijk ze waren

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Standenmaatschappij
De mensen waren verdeeld in drie standen:
1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers
Spotprent
De derde stand draagt de lasten van de geestelijkheid en de adel. De derde betaalt belasting, terwijl de eerste en tweede stand dit niet hoeven doen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke stand horen wij?
A
Geestelijken
B
Edelen
C
Burgers

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke stand hoort koning Willem-Alexander?
A
De geestelijken
B
De edelen
C
De burgers

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Standenmaatschappij
De derde stand doet het zware werk, betalen alle belastingen en hebben geen rechten.

De eerste en tweede stand hadden privileges (voorrechten, dingen die zij wel mochten doen en anderen niet).

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De derde stand
Bijna de hele bevolking hoorde bij de derde stand
  • Rijke boeren
  • Handelaren
  • Kleine boeren
  • Ondernemers
  • Artsen
  • Ambachtslieden
  • Arbeiders
  • Bankiers
  • Zwervers

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Problemen voor Frankrijk in de jaren 1780
  • Geldtekort door oorlogvoering;
  • Honger door misoogsten;
  • Grote armoede voor het volk;
  • Weinig inspraak voor de bourgeoisie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratie

  • 'De macht van het volk'


___________________________________

Een grondwet met grondrechten 
  • Vrijheid van godsdienst
  • Vrijheid van meningsuiting

    Slide 15 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Demos=volk
    Kratein = heersen/ beslissen

    Democratie = Het volk beslist       

    Slide 16 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Verlichting
    In de 18de eeuw gingen mensen nadenken......(het lichtje ging aan)
    - wie heeft de macht en waarom?
    - bestaat God wel?
    - hoe gaan we met elkaar om?

    Wetenschap bloeide en deed veel ontdekkingen


    Slide 17 - Diapositive

    Mensen gingen twijfelen aan de gevestigde orde. Macht was niet meer vanzelfsprekend. 
    Machthebbers moesten zorgen voor een sterke staat en konden niet meer zeggen dat ze de macht nu eenmaal van God gekregen hadden.
    Verhoudingen tussen mensen werden aan de kaak gesteld.
    Wat werd er anders?

    Slide 18 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat wilden de 'Verlichte' denkers
    • Geloof, standen en absolute macht moesten weg!
    • Gebruik van verstand, vrijheid en gelijkheid voor iedereen

    ......dit zorgde voor veel onrust bij alle groepen van de samenleving  

    Slide 19 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 20 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Grondwet
    Klassieke grondrechten
    Gelijkheidsrecht
    Vrijheidsrechten
    Politieke rechten

    Sociale grondrechten

    Slide 21 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 22 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

      We lezen samen!
    De Franse samenleving
    TB blz. 25

    Slide 23 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welke standen waren er in Frankrijk, en wat was de volgorde?

    Slide 24 - Question ouverte

    Cet élément n'a pas d'instructions

    In Frankrijk kan iemand heel rijk zijn, maar toch niets te vertellen hebben. Hoe kan dat?

    Slide 25 - Question ouverte

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Waarom had Nederland geen standenmaatschappij?

    Slide 26 - Question ouverte

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is de beste omschrijving van 'De Verlichting'?
    A
    Er ging bij mensen een lichtje branden
    B
    Mensen begonnen weer zelf na te denken
    C
    De TL- verlichting werd uitgevonden
    D
    Huh? Wat is de Verlichting?

    Slide 27 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

      Huiswerk voor de volgende les:
    lz + m par. 2.1
    TB blz. 24 t/m 26
    online opdracht 1 t/m 9
    • Kijk ook naar de tip onder de vraag.
    • Verbeter de opdrachten als je bij controle ziet dat je antwoord niet goed is.
    • Maak evt. extra opdrachten die je krijgt om de stof beter te begrijpen.

    Slide 28 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

    Slide 29 - Question ouverte

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

    Slide 30 - Question ouverte

    Cet élément n'a pas d'instructions