2V BS 1.1 en 1.2

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H1 verbranding en ademhaling

je leert bijvoorbeeld over de longen... 

Niet: “de longen zijn zakjes gevuld met lucht”.

Wel: begrijpen hoe de longen werken

Waardoor gaat lucht van buiten eigenlijk je lijf in? Hoe vullen de longen zich met lucht? Hoe komt de zuurstof uit de lucht vervolgens in je lijf? Waarom heb je lucht nodig om te leven?

Waarom heb je lucht nodig om te leven?

Om de vraag echt te kunnen beantwoorden waarom je lucht nodig hebt om te leven moet je eerst  weten wat stofwisseling is 1.1, zie video

Stofwisseling vindt plaats alle levende cellen

Wat weet je over cellen? 

Soort cel?

Hoe groot? 

Hier alleen basis getekend 

Waar vindt stofwisseling plaats? 

Waar in de plant vind fotosynthese plaats?

1. De bladeren van een plant
2. De steel van een plant
3. De bloem van een plant
4. Alle groene delen van de plant

Leerdoelen:

2.1: Je kunt uitleggen dat planten bij fotosynthese energie vastleggen in glucose

2.1: Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt

2.2: Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning

2.2: Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.

Fotosynthese

-Groene delen 

-Bladgroenkorrels
-Licht

-Glucose -> energie
-Stoffen maken

Stofwisseling

-Omzetten van stoffen in andere stoffen

-Ook mensen en dierlijke cellen doen dit 

-Levenskenmerk

-Energie! (verbruik of juist opleveren)
-Glucose in voedingstoffen 

Mitochondriën

-Glucose afbraak -> Energie vrij (verbranding)

-Mitochondriën (plant en dier)

-Cellen die meer energie nodig hebben hebben meer mitochondriën

In welk organel (deel van cel met taak) vindt fotosynthese plaats?

1. Mitochondrium
2. Bladgroenkorrel
3. Celkern
4. Cytoplasma

In welk organel vindt de afbraak van glucose (voornamelijk) plaats?

1. Mitochondrium
2. Bladgroenkorrel
3. Celkern
4. Cytoplasma

In de cellen van welk(e) organisme(n) vindt stofwisseling plaats?

1. Alleen bij planten
2. Alleen bij dieren
3. Bij planten en dieren
4. Geen van deze organismen

Verbranding bij organismen

Ieder levend organisme doet altijd aan verbranding!

Verbranding is niet altijd even hoog; als je beweegt verbrand je meer/sneller

Verbranding in het lichaam

Verbranding

glucose

energierijke stoffen

verbranding

fotosynthese

verbranding

energierijke stoffen

energierijke stoffen

verbranding

koolstofdioxide

Aan de slag

Indien mogelijk digitaal (anders op papier) maak je de volgende opdrachten: 

Basisstof 1 opdracht 1, 2, 3, 6, 7

Heb je tijd over dan maak je ook de overgebleven opdrachten.