Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
§2: Argumentatiestructuren SI
Les 6: Argumentatiestructuren
Programma
Theorie herhalen
Argumentatiestructuren: uitleg
Opdr. 1 en 2
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Les 6: Argumentatiestructuren
Programma
Theorie herhalen
Argumentatiestructuren: uitleg
Opdr. 1 en 2
Slide 1 - Diapositive
Als je een ... [één woord] over een kwestie inneemt, dan geef je je mening over die zaak.
Slide 2 - Question ouverte
Een ... argument geeft aan of iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed, slecht, mooi of lelijk is.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 3 - Quiz
Stelling 1: Met een tegenargument ontkracht je het argument.
Stelling 2: Met een weerlegging ontkracht je de stelling.
Wat is juist?
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Zowel stelling 1 als stelling 2 zijn juist.
D
Zowel stelling 1 als stelling 2 zijn onjuist.
Slide 4 - Quiz
Door naar §2:
Argumentatiestructuren
Slide 5 - Diapositive
Enkelvoudige argumentatie
Het standpunt wordt onderbouwd met één argument.
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
want het is slecht voor je gezondheid.
standpunt
argument
, want
Slide 6 - Diapositive
Door naar de
meervoudige a
rgumentatiestructuren
Slide 7 - Diapositive
Onderschikkende argumentatie
Het standpunt wordt onderbouwd met één argument.
En dat argument wordt ondersteund met een ander argument,
een subargument
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
want het is slecht voor je gezondheid.
Je hebt namelijk een verhoogde kans op hart-, vaat- en longziekten wanneer je rookt.
standpunt
argument
, want
, want
subargument
Slide 8 - Diapositive
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Het standpunt wordt onderbouwd met twee of meer argumenten.
Die argumenten staan inhoudelijk los van elkaar, zijn dus
onafhankelijk.
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
A1
het is slecht voor je gezondheid.
A2
En het stinkt.
Slide 9 - Diapositive
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
Het standpunt wordt onderbouwd met twee of meer argumenten.
Die argumenten werken in combinatie met elkaar en zijn dus
afhankelijk.
Ze hebben inhoudelijk veel met elkaar te maken.
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
Roken kost veel geld. Het is belangrijk om geld over te houden aan
het einde van de maand en te kunnen sparen.
Slide 10 - Diapositive
En je kunt de argumentatiestructuren ook nog met elkaar combineren
Een onderschikkende en nevenschikkende argumentatiestructuur met afhankelijke en onafhankelijke argumenten
Zie theorie.
Slide 11 - Diapositive
Neem de theorie nog eens door
Vervolgens maak je opdr. 1
Tip: omcirkel signaalwoorden!
Klaar? Opdracht 2
timer
10:00
Slide 12 - Diapositive
Opdracht 1 - A
Standpunt
: Ik denk dat het bij dit bedrijf niet zo goed gaat.
A1
: Bijna de hele directie is vervangen.
A2
: Veel werknemers zoeken een andere baan.
C
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Slide 13 - Diapositive
Welke letter heb je ingevuld bij 1b?
Slide 14 - Question ouverte
Welke letter heb je ingevuld bij 1c?
Slide 15 - Question ouverte
Opdracht 1 - D
Standpunt
: Geen wonder (dus) dat steeds meer werkgevers de sociale media op het werk verbieden.
A1
: Veel werknemers zitten tijdens werktijd op Facebook en dergelijke.
A2
: Dat leidt behoorlijk af.
B
nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
Slide 16 - Diapositive
Welke letter heb je ingevuld bij 1e?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Opdracht 1 - F
Standpunt
: Het lijkt erop dat het klassieke boek ondanks de komst van de e-readers niet echt wordt bedreigd.
A1
: Er worden nog steeds veel boeken verkocht en gelezen.
A
- enkelvoudige argumentatie
Slide 19 - Diapositive
Welke letter heb je ingevuld bij 1f?
Slide 20 - Question ouverte
Maak nu opdracht 2
Klaar? Hw = opdr. 3
timer
5:00
Slide 21 - Diapositive
Let op de signaalwoorden, die helpen je goed op weg!
Slide 22 - Diapositive
Aan de slag!
Opdr. 3
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
§2: Argumentatiestructuren
Mai 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
P2_4_argumentatiestructuren
Novembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
NN argumentatie
Décembre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Argumenteren 4 havo pensum 3. Deel 1
Janvier 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Havo 4 - argumenteren les 4
Septembre 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Paragraaf 20 Argumentatiestructuren
Janvier 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3,4
Havo 4 - argumenteren les 4
Novembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Argumentatiestructuren A4d
Novembre 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4