Gedicht aan Sinterklaas of de Kerstman

Gedicht aan Sinterklaas of de Kerstman
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Gedicht aan Sinterklaas of de Kerstman

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van de les
  • Je weet wat gedichten zijn en je kunt ze herkennen.
  • Je weet wat strofen zijn en je kunt ze herkennen.
  • Je weet wat rijm is en je kunt dit herkennen/aanwijzen.
  • Je kunt eenvoudige gedichten begrijpen.
  • Je kunt uitleggen waarom je een gedicht wel of niet mooi vindt.
 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij het woord poëzie?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van poëzie
  • De regels zijn niet volgeschreven; op de bladzijde is dus veel wit.
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet.
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten.
  • In een gedicht wordt de taal soms anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Poëzie komt overal voor
- in slogans van reclames
- songteksten van liedjes
- verwerkt in theatervoorstellingen
- in de (sinterklaas)gedichten die je schrijft
- in en op kunst
- op gebouwen
- ...
Kunst op kunst!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Poëzie is een vrije vorm van creatief schrijven; elke dichter bepaalt zelf hoe zijn of haar gedicht er uit komt te zien. Toch zijn er een aantal kenmerken en regels.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elk gedicht bestaat uit regels, die noemen we versregels. Versregels die bij elkaar horen noemen we strofes, dit is vergelijkbaar met alinea’s uit een zakelijke tekst of coupletten van liedjes. Je herkent de strofes door te letten op de witregels, tussen elke strofe staat zo’n witregel.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

regels, strofes
en witregels

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In sommige gedichten komt ook rijm voor. Herhaling is ook iets dat veel voorkomt in gedichten. Dit doen dichters vaak om een bepaalde versregel heftiger, duidelijker of indrukwekkender te maken.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijm
  • In sommige gedichten zit rijm. Je spreekt van rijm als de klanken in de delen van woorden (lettergrepen) hetzelfde zijn.  

  • Bijvoorbeeld: school en rodekool of gedichten en zwaailichten.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindrijm

Rijm kan op allerlei manieren voorkomen. Als de woorden aan het einde van een regel rijmen, noem je dat eindrijm

Zie  het voorbeeld van Toon Hermans hiernaast.

Hommelrijm

Laatst vroeg ik aan een hommel:
'Waar gaat gij heen met spoed?'
Ze zei: 'Ik ga naar Zaltbommel,' 
ik dacht: wat rijmt dat goed.

toen riep een tweede hommel:
'En ik moet naar het Gooi!'
Ik dacht: wel-voor-de-drommel
ook dát rijmt wederom mooi.


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijm
 Er zijn verschillende soorten rijm:
  • Mannelijk of staand rijm: de laatste, beklemtoonde lettergreep rijmt. Bijvoorbeeld: gaan – staan, gedruis – sluis
  • Vrouwelijk of slepend rijm: een beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door een onbeklemtoonde lettergreep.
      Bijvoorbeeld: kopen – lopen, eter – beter
  • Glijdend rijm: Een beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door twee onbeklemtoonde lettergrepen.
      Bijvoorbeeld: kabbelen – babbelen, kinderen – hinderen

Slide 13 - Diapositive

Plusstof
In Sinterklaastijd worden er 
veel gedichten geschreven
uit naam van de Sint.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag doen we het andersom:
We schrijven een gedicht 
AAN Sinterklaas of de Kerstman

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is natuurlijk wel erg kort, 
maar er zit wel humor in.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou je aan Sinterklaas of de Kerstman
willen zeggen of vragen?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions