Verdieping enzymen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo

Verdieping op Enzymen

wat is een enzym?

1. een stof die eiwitten afbreekt
2. een eiwit dat andere eiwitten afbreekt
3. een detergent dat vuil verwijdert
4. een eiwit die vuil verwijdert

Definitie enzym uitgebreidt

• een enzym kan moleculen afbreken en opbouwen
• een enzym kan reacties katalyseren (versnellen)
• enzym = bio-katalysator 

Enzymen herkennen

• Het verhoogt de reactiesnelheid
• Ze zijn extreem specifiek, ze reageren maar op 1 soort eiwit
  
• Ze maken reacties mogelijk bij lage temperaturen                    

• Per cel komen er meer dan 3000 enzymen voor.                     Een mens heeft 100 000 miljard cellen.                                             Best veel enzymen dus. 

Hoe werk een enzym?

a: de beginstof (substraat) beweegt zich naar het enzym.

b: de beginstof hecht zich aan de actieve zijde het enzym en reageert waardoor er een enzym-substraat complex ontstaat.

c: de beginstof is uiteen gevallen in producten, 

het enzym kan opnieuw gebruikt worden.

2 mechanismen

• Het sleutel-slot model
  
• Het hand-handschoen model

• Het vorige voorbeeld wat het sleutel-slot model

Sleutel-slot model

De beginstof past op het enzym en reageert tot verschillende producten. 

Hand-handschoen model

De beginstof past niet direct op het enzym, 

het enzym past zich op de beginstof aan, 

daarna vindt de reactie plaats en valt de beginstof uit elkaar. 

Reactievergelijking  

Enzym + substraat → enzym + product 

                     

Naamgeving 

Alle enzymen eindigen op -ase

Bijvoorbeeld: amylase, dit enzym breekt zetmeel af

Inhibitie 

• Betekent remming 
• Zorgt er voor dat een enzym niet (goed) meer functioneert 
• inhibitor = remstof 

• competitieve inhibitie 
• niet-competitieve inhibitie  

2 soorten

Competitieve inhibitie 

De inhibitor of remstof gaat op de actieve zijde zitten, waardoor een substraat zich niet meer aan het enzym kan hechten.

Niet-competitieve inhibitie 

De inhibitor zorgt er voor dat het enzym vervormt, waardoor het substraat zich niet goed kan binden aan het enzym.

Dit was het!

Opdrachten hierbij vind je op magister.

Zo ook de formatieve toets.