Oefentoets grammatica hoofdstuk 3

Oefentoets hoofdstuk 3
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets hoofdstuk 3

Slide 1 - Diapositive

Hoofdletters
Schrijf op welke woorden met een hoofdletter moeten.

Slide 2 - Diapositive

Welke woorden moeten met hoofdletters?
mark kauft ein auto

Slide 3 - Question ouverte

Welke woorden moeten met hoofdletters?
sein vater hilft ihm dabei, ein gutes auto zu finden

Slide 4 - Question ouverte

Welke woorden moeten met hoofdletters?
mark und sein vater haben nicht so viel geld

Slide 5 - Question ouverte

Haben en sein
Verbind de juiste werkwoorden

Slide 6 - Diapositive

bin
bist
ist
sind
seid
sind
ich
du
ers/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 7 - Question de remorquage

habe
hast
hat
haben
habt
haben
ich
du
ers/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 8 - Question de remorquage

der, die, das
Vul het juiste lidwoord in.

Slide 9 - Diapositive

Kies het juiste lidwoord:
_____ Schwester
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:
_____ Vater
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:
_____ Hotel
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

Vul in het juiste lidwoord:
______ Kuh

Slide 13 - Question ouverte

Vul in het juiste lidwoord:
______ Eltern

Slide 14 - Question ouverte

Vul in het juiste lidwoord:
______ Mädchen

Slide 15 - Question ouverte

ein - eine - keine
Vul het juiste lidwoord in.

Je ziet staan: der Mann
Vul in of het ein, eine of keine is

Slide 16 - Diapositive

Die Kinder (kinderen)

Slide 17 - Question ouverte

Das Haus

Slide 18 - Question ouverte

Der Junge

Slide 19 - Question ouverte

Die Frau

Slide 20 - Question ouverte

Das Mädchen

Slide 21 - Question ouverte

Die Umgebung

Slide 22 - Question ouverte

Die Freiheit

Slide 23 - Question ouverte

Die Häuser (huizen)

Slide 24 - Question ouverte