Pasen NT2
1 / 10
La durée de la leçon est: 25 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Op welke dag valt Pasen?
A
Op een maandag
B
Op een zondag
C
Op een vrijdag
D
Dat verschilt van jaar tot jaar.
Slide 2 - Quiz
Wat zoeken kinderen met Pasen?
A
snoepjes en taart
B
chocolade paaseitjes
C
een cadeautje
D
kippeneitjes
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Vidéo
Met Pasen zoeken kinderen eitjes. Eieren worden meestal per dozijn verkocht. Hoeveel eieren zitten er in een dozijn?
A
4
B
6
C
10
D
12
Slide 5 - Quiz
Niet alleen eieren maar ook kuikens zijn typisch voor Pasen. Hoelang zit een kip op een ei voordat er een kuiken uitkomt?
A
1 dag
B
12 dagen
C
21 dagen
D
9 maanden
Slide 6 - Quiz
De paashaas is een haas en geen konijn.
Wat is het verschil tussen een haas en een konijn?
Wat is het verschil tussen een haas en een konijn?
A
Een haas heeft langere oren dan een konijn.
B
Een haas heeft kortere poten dan een konijn.
C
De haas is het mannetje van het konijn.
D
De haas is het vrouwtje van het konijn.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Vidéo
De paasklokken brengen de eieren. Waar komen de paasklokken vandaan?
A
Beieren
B
Rome
C
Parijs
D
Alicante
Slide 9 - Quiz
Deze bloemen groeien altijd rond Pasen. Hoe heten ze?
