Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Herhaling TV7
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Leg uit dat de Verlichting vergeleken met de wetenschappelijke revolutie een stap verder was.
Slide 3 - Question ouverte
Welke idee hoort bij de Verlichting?
A
Alle mensen worden gelijk geboren.
B
Koningen hebben het natuurlijke recht om over het volk te regeren
C
In een land kan maar één religie bestaan
D
Edelen hebben van nature meer rechten dan boeren
Slide 4 - Quiz
Welke ideeën horen bij de Verlichting?
A
De natuurwetten bewijzen dat er een god is.
B
Het hoogste gezag (soevereiniteit) ligt bij het volk
C
Het geloof in wonderen is niet erg wetenschappelijk
D
Het is onverstandig als één persoon de macht heeft om recht te spreken, wetten te maken en wetten uit te voeren
Slide 5 - Quiz
Deel de acht ideeën van de vorige twee vragen in drie soorten in: sociaal - politiek - religieus
Slide 6 - Question ouverte
Geef aan welk van de ideeën van vraag 2 en 3 goed past bij de denkbeelden van Rousseau
Slide 7 - Question ouverte
Geef aan welk idee goed past bij denkbeelden van Montesquieu
Slide 8 - Question ouverte
Leg uit waarom de Verlichting voor westerse landen belangrijk is geweest
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Noem drie zaken waaruit blijkt dat de Verlichting invloed had op absolute vorsten
Slide 11 - Question ouverte
Verlicht absolute vorsten waren soms vooruitstrevender dan de bevolking waarover ze regeerden. Beschrijf waaruit dat blijkt.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Geef aan wie het werk deed op de 'Europese' plantages in Amerika
Slide 14 - Question ouverte
Het hoogtepunt van de slavenhandel lag in de 18e eeuw. Beschrijf waarom dit op het eerste gezicht misschien vreemd lijkt.
Slide 15 - Question ouverte
Beschrijf wat het verband is tussen de Verlichting en het abolitionisme
Slide 16 - Question ouverte
Leg uit dat de abolitionisten aan de ene kant succesvol waren en aan de andere kant ook weer niet.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Beschrijf hoe de Verlichting kon leiden tot democratische revoluties
Slide 19 - Question ouverte
Noem de verlichte ideeën waar het bestuur van de VS op werd gebaseerd
Slide 20 - Question ouverte
Leg uit dat de democratische revoluties in NL eigenlijk in twee fasen verliep.
Slide 21 - Question ouverte
Beschrijf waardoor de democratische revolutie in Frankrijk uitmondde in chaos en geweld
Slide 22 - Question ouverte
Een democratische revolutie komt op voor de rechten van het volk. Leg uit hoe het kan gebeuren dat er een terreur uit voortvloeit die onder het volk veel slachtoffers maakt.
Slide 23 - Question ouverte
Napoleon was de eerste militaire dictator. Leg uit waarop hij zijn macht baseerde.
Slide 24 - Question ouverte
Leg uit wat bedoeld wordt met de reactie die na die nederlaag van Napoleon kwam.