NIEUWSBEGRIP WEEK 39 Astronaut
1 / 32
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je al?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Hoelang zouden Suni en Butch in
ruimtestation ISS blijven?
ruimtestation ISS blijven?
Slide 5 - Question ouverte
Waarom zijn ze er nu al drie
maanden?
maanden?
Slide 6 - Question ouverte
Wanneer hopen de astronauten
terug te kunnen keren?
terug te kunnen keren?
Slide 7 - Question ouverte
Wat doen astronauten in het
ruimtestation?
ruimtestation?
Slide 8 - Question ouverte
Hoeveel rondjes om de aarde vliegt
het ruimtestation per dag?
het ruimtestation per dag?
Slide 9 - Question ouverte
Wie was, dertien jaar geleden, de
laatste Nederlandse astronaut in de
ruimte?
laatste Nederlandse astronaut in de
ruimte?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
De astronauten hebben niet genoeg eten en drinken.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
De astronauten mogen niet met hun families praten.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
De twee astronauten kunnen pas in februari naar huis.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Het ruimteschip van de twee astronauten was niet goed.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Vraag 1
Waarom zitten de astronauten nog steeds in het ruimtestation ISS, denk je?
Slide 16 - Question ouverte
Vraag 2
De astronauten moeten nog maanden in de ruimte blijven. Waarom zijn ze niet in paniek?
De astronauten moeten nog maanden in de ruimte blijven. Waarom zijn ze niet in paniek?
Slide 17 - Question ouverte
Vraag 3
Wat is het belangrijkste verschil tussen een werkplaats op de aarde en een werkplaats in de ruimte?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een werkplaats op de aarde en een werkplaats in de ruimte?
Slide 18 - Question ouverte
Vraag 4
Waarom is het eten aan boord van het ISS lang houdbaar?
Waarom is het eten aan boord van het ISS lang houdbaar?
Slide 19 - Question ouverte
Vraag 5
Waarom hoeven de astronauten zich niet te vervelen (regel 33-34)?
Waarom hoeven de astronauten zich niet te vervelen (regel 33-34)?
Slide 20 - Question ouverte
Het eerste kopje in de tekst is: Niet in paniek. Welk kopje zou ook goed bij dat stukje tekst passen?
A
58 jaar
B
problemen met ruimteschip
C
ruimtereis
Slide 21 - Quiz
Met welke zin kan het stukje 'Niet in paniek' het beste verdergaan?
A
En dan maak je er gewoon het beste van.
B
Maar ik vind het heel eng om zo lang vast te zitten in de ruimte.
C
Want het is bijzonder om elkaar zo lang niet te kunnen zien.
Slide 22 - Quiz
Hoe komen de astronauten in het ISS aan eten?
A
Een onbemand ruimteschip brengt voorraden eten naar het ISS.
B
Ze kunnen zelf eten bestellen en dan wordt het bezorgd.
C
Ze laten groente en fruit groeien in het ruimtestation.
Slide 23 - Quiz
Waarom wordt het ISS een werkplaats in de ruimte genoemd? (regel 23-24)
Het ISS wordt een werkplaats in de ruimte genoemd, omdat …
Het ISS wordt een werkplaats in de ruimte genoemd, omdat …
Slide 24 - Question ouverte
In regel 29 staat: … een onbemand ruimteschip…. Wat betekent onbemand?
Slide 25 - Question ouverte
Lees regel 33 staat: Ze kijken er ook naar uit om opdrachten te doen in het ISS. Wat betekent uitkijken naar?
A
je verheugen op
B
mooi uitzicht hebben
C
opletten
Slide 26 - Quiz
Welke stukjes tekst heb je nodig voor het antwoord op de vraag 'Hoe voelen de twee astronauten zich?'
A
de Inleiding en het stukje Niet in paniek
B
de stukjes Niet in paniek en Genoeg te doen
C
de stukjes Werkplaats in de ruimte en Genoeg te doen
Slide 27 - Quiz
De twee astronauten vervelen zich.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
De twee astronauten kunnen pas in februari naar huis.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
De astronauten willen graag opdrachten doen in het ISS.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quiz
De astronauten missen hun familie niet heel erg.
A
waar
B
niet waar
