Signaalwoorden oefenen SSL Woordenlijst

Signaalwoorden - Connecteurs
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Signaalwoorden - Connecteurs

Slide 1 - Diapositive

Voeg Franse signaalwoorden toe die je al kent.
Schrijf ook het verband op dat zij aangeven.
Connecteurs

Slide 2 - Carte mentale

Vertaal het signaalwoord:
d'abord
A
kortom
B
eerst
C
dus
D
dat is omdat

Slide 3 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
également
A
kortom
B
dus
C
ook
D
dat is omdat

Slide 4 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
en outre
A
omdat
B
waarom
C
dus
D
bovendien

Slide 5 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
même
A
bovendien
B
zelfs
C
maar

Slide 6 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
voilà pourquoi
A
terwijl
B
waarom
C
dus
D
dat is omdat

Slide 7 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
finalement
A
samengevat
B
tenslotte
C
dus
D
dat is omdat

Slide 8 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
par conséquent
A
als gevolg
B
opdat
C
dus
D
om te

Slide 9 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
quand même
A
toch
B
zonder dat
C
terwijl
D
zelfs

Slide 10 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
bien que
A
totdat
B
sinds
C
hoewel
D
uiteraard

Slide 11 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
d'ailleurs
A
ook
B
trouwens
C
tenslotte
D
eerst

Slide 12 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
puis
A
want
B
omdat
C
maar
D
toen

Slide 13 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
à l'inverse
A
omgekeerd
B
hoewel
C
uiteraard

Slide 14 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
néanmoins
A
zo
B
desalniettemin
C
daarentegen
D
ondanks

Slide 15 - Quiz

Vertaal het signaalwoord: comme
A
zoals
B
omdat
C
maar
D
want

Slide 16 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
de nos jours
A
gisteren
B
tegenwoordig
C
vervolgens
D
daarvoor

Slide 17 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
malgré
A
ondanks
B
dankzij
C
destijds
D
vanaf

Slide 18 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
l'objectif
A
vanaf
B
het resultaat
C
het doel
D
voortaan

Slide 19 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
puisque
A
aangezien
B
ondanks
C
wanneer
D
uiteraard

Slide 20 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
grâce à
A
dankzij
B
dankbaar
C
met gratie
D
met notie

Slide 21 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
certes
A
ten slotte
B
trouwens
C
zelfs als
D
zeker

Slide 22 - Quiz

Doel
Voorwaarde
Verandering in tijd
Tegenstelling
Voorbeeld
Conclusie 
au contraire
le but
plus tard
malgré
même si 
ainsi
grâce à
mais
bref
aujourd'hui

Slide 23 - Question de remorquage

Vertaal het signaalwoord
par conséquent

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord
cependant

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord
sans que

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord
ainsi que

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord
en résumé

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord
à condition que

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord
en outre

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord
ainsi

Slide 31 - Question ouverte