Epilepsie

Boek
Nu PEDAGOGISCH WERK
Didactiek
Communicatie
en Organisatie
hoofdstuk 6.5
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Boek
Nu PEDAGOGISCH WERK
Didactiek
Communicatie
en Organisatie
hoofdstuk 6.5

Slide 1 - Diapositive

Chronische ziekte
Een chronische ziekte is een ziekte die lange tijd voortduurt. 
In Nederland wordt, afhankelijk van de ziekte, een termijn van het aanhouden van de klacht van langer dan zes weken tot zes maanden gehanteerd.

Chronische aandoeningen kunnen over het algemeen niet door vaccins worden verhinderd of door medicijnen worden genezen. Evenmin verdwijnen zij automatisch.

Nederland telt 5,2 miljoen mensen met een chronische ziekte, 1,8 miljoen nederlanders hebben er meerdere tegelijk. Van de ouderen boven de 75 jaar heeft 80% minimaal één chronische aandoening. 
Schadelijk gezondheidsgedrag - in het bijzonder tabaksgebruik, gebrek aan fysieke activiteit, en slechte eetgewoonten - bevorderen het ontstaan van een aantal chronische ziekten.
Chronische ziekten neigen ertoe naarmate de leeftijd vordert meer voor te komen. 
De belangrijke chronische aandoeningen in ontwikkelde landen omvatten:
Artrose, Astma, Cardiovasculaire ziekten zoals hartaanvallen, Diabetes, Epilepsie, Kanker, Reuma, Zwaarlijvigheid

Slide 2 - Diapositive

Epilepsie
Wat is epilepsie?
Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. 
Aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen.
Wat gebeurt er tijdens een aanval?
Alles wat we doen, denken, voelen en waarnemen gebeurt in onze hersenen. 
In de hersenen bevinden zich een paar miljard grijze cellen. 
Deze cellen hebben zich georganiseerd in allerlei netwerken. 
Elk netwerk heeft zijn eigen taak. 
Zo is er een netwerk dat zich bezighoudt met het bewegen van de hand, een netwerk voor het zien en een voor taal, enzovoort. 
De cellen in de netwerken wisselen voortdurend boodschappen uit door middel van elektrische pulsjes. 
Bij epilepsie ontstaat er kortsluiting in een of meer van de netwerken. 
De verschijnselen bij een aanval hangen af van welke netwerken meedoen en kunnen per type aanval verschillen. 
Iemand kan vallen, schokken, vreemde bewegingen maken, iets vreemds ruiken, even afwezig zijn of buiten bewustzijn raken.
Epilepsie: Aanvallen in Beeld 7:15 min

Slide 3 - Diapositive

Epilepsie
Oorzaken:
Epilepsie ontstaat als een optelsom van factoren. Vaak spelen erfelijke factoren een rol, in combinatie met omgevingsfactoren. Iemand die door een ongeval serieuze hersenbeschadiging heeft opgelopen, kan epilepsie krijgen, ook als er geen epilepsie voorkomt in de familie. Als er wel veel epilepsie voorkomt in de familie, kan iemand opeens epilepsie krijgen, of kan een lichtere vorm van hersenbeschadiging al leiden tot epilepsie.
Bekende uitlokkers van aanvallen kunnen zijn:
overmatig alcoholgebruik;
bepaalde vormen van drugs;
slaaptekort;
de periode voor of na spanningen/emoties/stress;de periode voor en tijdens de menstruatie (hormonale veranderingen);
lichtflitsen (bij 3-5% van de mensen met epilepsie);
temperatuurwisseling zoals bij koorts;
het niet innemen van de medicatie.
Sommige mensen krijgen eenmalig een aanval in hun leven door een uitlokker.
Eerste hulp: Bij de meeste soorten aanvallen is eerste hulp niet nodig. 
De aanval houdt immers vanzelf weer op binnen enkele minuten. 
Het is wel belangrijk om gevaarlijke situaties die tijdens een aanval kunnen ontstaan, 
te vermijden en de persoon niet alleen te laten.

Slide 4 - Diapositive

Epilepsie
Wat te doen bij een complex partiële aanval? 0:40 min
Bijten op de tong

In de eerste fase van de aanval (de tonische fase) spannen de kaakspieren zich plotseling aan. 
Dit kan tot gevolg hebben dat iemand op de tong bijt. 
Dit wordt een tongbeet genoemd. 
Het voorkomen van de tongbeet is in principe niet mogelijk. 
De kaken zijn zo sterk op elkaar geklemd, dat het niet lukt om nog iets tussen de kiezen te krijgen. 
Harde voorwerpen zijn gevaarlijk omdat hierdoor gemakkelijk kiezen of tanden kunnen breken. 
De wonden aan de tong die door de tongbeet ontstaan, zijn enkele dagen pijnlijk, maar genezen meestal snel.

Slide 5 - Diapositive

Epilepsie
Wat te doen tijdens een grote aanval? 1:06 min
Na de tonisch-clonische aanval

Na een tonisch-clonische aanval komt de ademhaling snel weer op gang, en is de ademhaling meestal diep en rochelend door extra speeksel. 
Tijdens de aanval is het niet mogelijk om de persoon in stabiele zijligging te leggen. 
Na de aanval moet iemand wel in stabiele zijlegging worden gebracht. 
Dit om te voorkomen dat er speeksel in de luchtpijp komt. 
Onmiddellijk na de aanval is de persoon vaak nog niet in staat om te hoesten, pas enkele minuten na de aanval komen dergelijke reacties weer terug.

Slide 6 - Diapositive

Epilepsie
Als een aanval langer duurt:

Wanneer een aanval langer duurt dan 5 minuten, dan is het nodig om medicatie te geven die de aanval stopt. 
Er kan anders een status epilepticus optreden. 
Bij sommige mensen volgen er na een aanval nog 1 of meerdere aanvallen. 
Ook dan moet medicatie worden toegediend. 
De behandelend arts moet het middel hebben voorgeschreven. 
Iemand in de omgeving mag dergelijke medicatie toedienen, mits hij/zij de juiste instructies heeft gekregen.

Het effect van de aanvalsonderbrekende medicatie zal meestal na enkele minuten optreden. 
Is dit niet het geval dan moet de hulp van een arts worden ingeroepen of 112 worden gebeld. 
Het heeft geen zin om te proberen de persoon door aanspreken uit de aanval te halen. 
Hij of zij hoort, ziet en voelt immers niets; de normale reacties op prikkels van buiten zijn tijdelijk uitgevallen.

Slide 7 - Diapositive

Bij de volgende symptomen: een starende lege blik, knipperende ogen plotselinge knik van het
hoofd, spierschokjes rond de mond en de armen denk je aan:
A
epilepsie
B
ADHD
C
arteriosclerose
D
spasticiteit

Slide 8 - Quiz

Wat niet doen bij epilepsie?
minimaal 4 voorbeelden

Slide 9 - Question ouverte

Wat doe je bij een epileptische aanval?
minimaal 4 voorbeelden

Slide 10 - Question ouverte

Is epilepsie een ziekte?
waarom wel of waarom niet!

Slide 11 - Question ouverte