Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
Practice Test
Watching & Listening
leerjaar 1
Get your laptop and go to lessonup.appT
Slide 1 - Diapositive
Kijken en luisteren worden niet voor niets ‘vaardigheden’ genoemd. Het is iets wat je moet kunnen. Het is niet zo, dat als je op donderdag een kijk- en luistertoets hebt, je op woensdagavond een boek kunt pakken en je kunt voorbereiden op die toets. Een vaardigheid is iets dat je op moet bouwen. Des te meer je oefent, des te groter de vaardigheid wordt.
!
Slide 2 - Diapositive
tv / Netflix - kijk en luister naar Engelstalige programma’s. Zet de ondertiteling op Engels
spotify/youtube etc - Zoek bij je favoriete nummers de tekst
!
Slide 3 - Diapositive
Je krijgt eerst 4 luisterfragmenten.
Luisterfragment 1 heeft 2 vragen.
Luisterfragment 2, 3 en 4 hebben alledrie 1 vraag.
Slide 4 - Diapositive
Welke instructie krijgen de deelnemers?
Fragment 1
A
Bepaal zelf welke chocolade je wilt proeven.
B
Geen geluid maken als je de chocolade proeft.
C
Schrijf alleen je naam op het formulier.
Slide 5 - Quiz
Wat moet je doen meteen nadat je een soort chocolade hebt geproefd?
Fragment 1
Slide 6 - Question ouverte
Wat moet er volgens Sarah op de posters staan?
Fragment 2:
A
De bandnaam, waar je een kaartje kunt kopen en de prijs van een kaartje.
B
De bandnaam, waar en wanneer het concert plaatsvindt.
C
De bandnaam, waar het concert plaatsvindt en de prijs van een kaartje.
Slide 7 - Quiz
Welk handig gereedschap legt Lily hier uit aan Oliver?
Fragment 3
A
een soort mes om pizzadeeg mee te snijden
B
een soort plat mes om een pizza uit de oven te halen
C
een soort schaar om pizza in stukken te knippen
Slide 8 - Quiz
Wat zijn de eerste drie stappen van het proefje?
Frament 4
A
heet water in de fles, koud water in de kom, de fles leeggooien
B
heet water in de fles, koud water in de kom, de kom leeggooien
C
koud water in de fles, heet water in de kom, de fles leeggooien
D
koud water in de fles, heet water in de kom, de kom leeggooien
Slide 9 - Quiz
Je gaat kijken naar een stukje van een programma over ijsberen. De vragen over dit programma staan in de video.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
00:32
Wanneer is een ijsbeer onafhankelijk van zijn moeder?
A
wanneer hij zijn eigen eten kan vangen
B
wanneer hij 2,5 jaar oud is
C
wanneer hij kan rennen
D
wanneer hij 50x zo zwaar is
Slide 12 - Quiz
02:03
Waarom gaan de moederijsberen opweg naar zee?
A
om te zwemmen
B
om te paren
C
om te jagen
D
voor hun winterslaap
Slide 13 - Quiz
02:33
Hoe vinden ze de ijsberen?
Slide 14 - Question ouverte
03:23
Waarom moet het welpje zo dicht bij zijn moeder blijven?
A
om te eten
B
tegen vijanden
C
tegen eenzaamheid
D
voor de warmte
Slide 15 - Quiz
04:56
Wat moet de moeder ijsbeer haar jong leren?
Slide 16 - Question ouverte
05:17
Wat is de grootste bedreiging voor de ijsbeer en haar jong?
Slide 17 - Question ouverte
Jelly Beans
Je gaat kijken naar een video over Jelly Beans.
Een paar woorden die handig zijn om te weten:
starch = zetmeel
chewier = taaier
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Je gaat kijken naar een video over donuts.
Wat moeilijke woorden die in de video voorkomen:
yeast - gist
batter - beslag
cinnamon - kaneel
sticky - plakkerig
humidity - vochtigheid
Slide 20 - Diapositive
00:34
Op hoeveel graden wordt vloeibare suiker verhit in de ketel? (vul alleen het getal in)
Slide 21 - Question ouverte
01:20
Hoeveel holtes/deuken maakt de vorm per bak? (vul alleen het getal in)
Slide 22 - Question ouverte
01:25
Waar dienen de honderden witte holtes/deuken voor?
Slide 23 - Question ouverte
01:44
Hoeveel ongekleurde jelly beans worden er per uur gemaakt?
Slide 24 - Question ouverte
01:58
Waarom wordt de basis van de jelly beans in een droog ruimte voor 24 uur gestopt?
A
Zodat ze zachter worden
B
Zodat ze harder en taaier worden
C
Zodat ze plakkeriger worden
D
Zodat ze gaan glanzen
Slide 25 - Quiz
02:54
Wat wordt er hier toegevoegd aan de kleurloze jelly beans?
Slide 26 - Question ouverte
03:23
Wat wordt er samen met de blauwe siroop in de ronddraaiende pan gegooid?
A
suiker
B
zetmeel
C
smaakstof
D
zout
Slide 27 - Quiz
04:08
Waarom wordt er was in de draaiende pan gestrooid?
A
Zodat de jelly beans matter worden
B
Om de de jelly beans een smaak te geven
C
Zodat ze harder worden
D
Zodat de jelly beans gaan glanzen
Slide 28 - Quiz
04:29
Hoelang duurt het gehele proces van het maken van jelly beans? (geef weer " getal" + dagen)
Slide 29 - Question ouverte
Slide 30 - Vidéo
00:17
Hoe kwam de voorloper van de donut in Amerika terecht?
Slide 31 - Question ouverte
00:33
Wat zijn de twee basistypes van een donut?
Slide 32 - Question ouverte
00:48
Hoe lang wordt de cake donut gebakken?
Slide 33 - Question ouverte
01:00
Welke type donut neemt meer tijd in om het te maken?
A
de gist donut
B
de cake donut
Slide 34 - Quiz
01:54
Waarom word het deeg bestrooid met water?
Slide 35 - Question ouverte
02:28
Welke twee dingen zorgen ervoor dat het deeg rijst?
Slide 36 - Question ouverte
02:38
Hoeveel tijd neemt het rijzen van het deeg in beslag?
Slide 37 - Question ouverte
03:08
Hoe lang worden de donuts gebakken?
Slide 38 - Question ouverte
London
Bekijk de video over London en beantwoord de vragen tijdens het kijken.
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
00:14
Wat wil deze video je geven over Londen?
Slide 41 - Question ouverte
00:37
Hoeveel mensen wonen er in Londen?
A
meer dan 10 miljoen
B
meer dan 8 miljoen
C
meer dan 18 miljoen
D
precies 8 miljoen
Slide 42 - Quiz
01:04
Hoeveel is 1 pond waard op het moment dat deze video werd gemaakt?
A
1,50 euro
B
1,50 dollar
C
1,15 euro
D
1,15 dollar
Slide 43 - Quiz
01:20
Aan welke kant van de weg rijden de auto's in Londen?
A
rechts
B
links
Slide 44 - Quiz
01:59
Waar moet je op letten als je door Londen loopt?
A
dat je niet geraakt wordt door een fietser
B
zakkenrollers
C
dat je niet verdwaalt in de menigte
D
mensen die naar je schreeuwen
Slide 45 - Quiz
02:11
Wat kun je zeggen over het weer in Londen?
A
mild en voorspelbaar
B
mild en onvoorspelbaar
Slide 46 - Quiz
02:21
Wat is de warmste maand van het jaar?
A
June
B
July
C
August
D
May
Slide 47 - Quiz
02:38
Wat is de natste maand in Londen?
A
September
B
Oktober
C
November
D
December
Slide 48 - Quiz
03:24
Kun je alle bezienswaardigheden het hele jaar door bezoeken?
A
Ja
B
Nee
Slide 49 - Quiz
03:46
Hoeveel kost een gemiddelde hotelkamer in Londen per nacht?
A
ongeveer 50 pond
B
ongeveer 15 pond
C
ongeveer 150 pond
D
ongeveer 115 pond
Slide 50 - Quiz
04:25
In welke wijk moet je een hotel boeken als je naar het theater wilt en cafés wilt bezoeken?