KERN les 76 - Basis 1 - Voorzetsels
1 / 26
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat is het voorzetsel in de zin?
De vaas staat op de tafel.
De vaas staat op de tafel.
A
de tafel
B
op
C
de vaas
Slide 10 - Quiz
Wat is het voorzetsel in de zin?
Ik verstop mij achter de boom.
Ik verstop mij achter de boom.
A
verstop
B
de boom
C
achter
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
In de vakantie ga ik _____ Turkije.
A
na
B
naar
Slide 16 - Quiz
Ik ben ___ jou aan de beurt.
A
na
B
naar
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Ik weet nu welke werkwoordsvormen met een -d of -t eindigen.
😒🙁😐🙂😃
