5.1 Zintuigen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Goedemiddag!

- Telefoons in telefoonzak

- Login via LessonUp

Thema 5: Waarneming en gedrag

Basisstof 1

Doelen

- Ik kan vijf zintuigen noemen met hun prikkel

- Ik kan de werking van zintuigen beschrijven

Je omgeving kun je zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Om iets waar te nemen zijn ook je hersenen nodig.

Welke zintuigen ken je?

De 5 zintuigen en prikkels uit je omgeving

• Je ogen (zintuig) reageren op licht (prikkel).

• Je oren  (zintuig) reageren op geluid (prikkel).

• Je neus  (zintuig) reageert op geur (prikkel).

• Je tong  (zintuig) reageert op smaak (prikkel).

• Je huid  (zintuig) reageert op kou, warmte en aanraking (prikkels).

Met je zintuigen kun je zien, horen, voelen, proeven en ruiken.

Wat is een prikkel?

1. een elektrisch signaaltje door een zenuw
2. iets uit de omgeving die je binnenkrijgt met je zintuigen

Zenuwen

Als een zintuig een prikkel krijgt, gaat er een seintje (impuls) naar de hersenen.

Zenuwstelsel

prikkel

zintuig

hersenen begrijpen

impuls

Groen licht

Je staat te wachten voor een rood stoplicht. Het licht springt op groen. 

• Het groene licht komt in je ogen.

• Je ogen sturen een seintje naar je hersenen.

• Je ziet het groene licht.

Prikkels en impulsen

Sleep de prikkels naar het juiste zintuig.

Licht

Smaak

Geur

Druk

Geluid

Zintuigen

Prikkels

ogen

oren

neus

tong

huid

muziek luisteren

Parfum ruiken

vuurwerk kijken

deken voelen

Zelfstandig werken

Wat? Thema 5, basisstof 1 (zintuigen)

Waar? In je boek, blz. 65

Hoe? In stilte!

Hoelang? 15 a 20 minuten

Klaar? Test Jezelf op je Laptop

Herhaling

- Ik kan vijf zintuigen noemen met hun prikkel

- Ik kan de werking van zintuigen beschrijven

Benoem één
Zintuig + Prikkel

Reageren op prikkels

Zintuigen

Impulsen

Prikkels

Hersenen

Reageren op prikkels

Prikkel = chocolade bonbons

Zintuig = ogen.

Impuls = signaal naar hersenen

Impuls = signaal naar spieren

Reageren = bonbon pakken

Reageren op je omgeving

1. Je ontvangt prikkels op met je zintuigen.
2. Je zintuigen sturen signaaltjes naar het zenuwstelsel.
3. Via het zenuwstelsel komen signaaltjes bij je hersenen.
4. Je hersenen sturen spieren aan.

Bij elk zintuig hoort een prikkel.

Je zenuwstelsel bestaat uit:

• De zenuwen
• Het centrale zenuwstelsel: hersenen & ruggenmerg