Isoleren met lucht

1 hPa = 1 mbar
1000 hPa = 1000 mbar = 1 bar (= 1 atmosfeer)
Dus de luchtdruk = 1 bar
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1 hPa = 1 mbar
1000 hPa = 1000 mbar = 1 bar (= 1 atmosfeer)
Dus de luchtdruk = 1 bar

Slide 1 - Diapositive

Lucht samenpersen


Gasdruk
Bijvoorbeeld met compressor
Meten met een manometer

Slide 2 - Diapositive

Manometer
Compressor pompt de lucht in een fles.

Met een manometer lees je het drukverschil af.

Slide 3 - Diapositive

Manometer

Luchtdruk meet je met een barometer.

Gasdruk meet je met een manometer

(je meet het VERSCHIL met de gewone luchtdruk van 1 bar).

Slide 4 - Diapositive

Overdruk/onderdruk
Het aantal bar dat de gasdruk hoger is dan de luchtdruk

Overdruk is hoeveel de druk meer is dan de luchtdruk
(dus wat de manometer aangeeft min één).

Onderdruk is hoeveel de druk minder is dan de luchtdruk

Slide 5 - Diapositive

Samenpersen

samenpersen = het volume (de ruimte) kleiner maken

de druk wordt dan groter

REGEL:

Als het volume 2x zo klein wordt,

dan wordt de druk 2x zo groot

WET VAN BOYLE

Slide 6 - Diapositive

Hoe heet de laag lucht rondom de aarde?
A
Dampkring
B
Ozonlaag
C
Horizon
D
Atmosfeer

Slide 7 - Quiz

Neemt de druk toe of af als je een berg beklimt?
A
Drukt neemt toe
B
Druk neemt af
C
Druk blijft gelijk

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je een ruimte waar geen lucht in zit
A
Luchtledig
B
Vacuum
C
Lage Luchtdruk
D
Hoge Luchtdruk

Slide 9 - Quiz

Hoeveel is 1005hPa in mBar
A
1005 mBar
B
100,5 mBar
C
10050 mBar
D
100500 mBar

Slide 10 - Quiz

Luchtdruk meten we met een ... ?
A
Momentmeter
B
Barometer
C
Manometer
D
Thermometer

Slide 11 - Quiz

Les isoleren met lucht
Je kunt uitleggen waarom wind een afkoelend effect heeft
Je kunt uitleggen hoe convectiestromingen warmte verspreid
Je kunt uitleggen waarom lucht een goede isolator is
Je kunt uitleggen waarom en hoe isolatiematerialen voor een groot deel lucht gebruiken

Slide 12 - Diapositive

De wet van Boyle zegt dat als het volume 2 keer zo klein word, de druk ook 2 keer zo klein word
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Een manometer van een gasfles geeft een overdruk van 3,5 bar aan. Hoe groot is de echte druk in de gasfles?

Slide 14 - Question ouverte

Je hebt een gasfles van 4 liter en 8 bar.
Je stopt al het gas van deze gasfles in een grotere gasfles van 8 liter.
Hoe groot is de druk in de grotere gasfles?

Slide 15 - Question ouverte

Je hebt een gasfles van 4 liter en 8 bar.
Je stopt al het gas van deze gasfles in een grotere gasfles van 10 liter.
Hoe groot is de druk in de grotere gasfles?

Slide 16 - Question ouverte

Effect van wind
Wind geeft een afkoelend effect.
Als het windstil is, is de gevoelstemperatuur hoger dan wanneer het veel waait.
Dit komt omdat lucht isolerend werkt; als er geen wind is kan je lichaam moeilijk warmte kwijtraken. 
Als het daarentegen waait, kan er veel wind veel warmte meenemen, en koel je dus af. 

Slide 17 - Diapositive

Convectiestromingen
Als lucht warm word, gaan de deeltjes veel meer uit elkaar zweven, hierdoor krijgt de warme lucht en lagere dichtheid en stijgt het op. 
Daarom is het bv. bovenin een sauna veel warmer in op de vloer heel koud. 
De verschillende stromen en lagen worden convectiestromingen genoemd. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Warme lucht blijft altijd dicht bij de grond.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 20 - Quiz

Het is twee dagen achter elkaar 26 graden Celsius. Op de eerste dag is het windstil, en op de tweede dag waait het hard.

Op welke dag voelt de temperatuur kouder aan?
A
Eerste dag
B
Tweede dag
C
Maakt niet uit

Slide 21 - Quiz

Op welke dag is het daadwerkelijk kouder?
A
Eerste dag
B
Tweede dag
C
Maakt niet uit

Slide 22 - Quiz

Les isoleren met lucht
Je kunt uitleggen waarom wind een afkoelend effect heeft
Je kunt uitleggen hoe convectiestromingen warmte verspreid
Je kunt uitleggen waarom lucht een goede isolator is
Je kunt uitleggen waarom en hoe isolatiematerialen voor een groot deel lucht gebruiken

Slide 23 - Diapositive

Welke kant gaat de convectiestroming van warme lucht op?

Slide 24 - Question ouverte

Waarom kan je meer warmte kwijtraken als het waait?

Slide 25 - Question ouverte

Welke spullen ken je
die je tegen de kou beschermen?

Slide 26 - Carte mentale

Lucht als isolator 
Lucht kan goed koelte tegenhouden en warmte isoleren. 
Als wij warmte binnen willen houden maken we ook gebruik van lucht.
Ook kleding en dekens maken gebruik van lucht; tussen de donsveren of andere vulling zit veel lucht dat de warmte binnenhoudt. 
Dit worden isolatiematerialen genoemd. 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive