Discriminatie en de Grondwet: Jouw rechten en plichten

Discriminatie en de Grondwet: Jouw rechten en plichten

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun jij uitleggen wat discriminatie is en welke rechten en plichten de Grondwet biedt om discriminatie tegen te gaan.

Vertel de leerlingen wat ze zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Wat weet jij al over discriminatie en de Grondwet?

Wat is discriminatie?

Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op basis van persoonlijke kenmerken zoals geslacht, huidskleur, religie, enz.

Leg kort uit wat discriminatie is en vraag de leerlingen of ze voorbeelden hebben van discriminatie.

Grondwet en discriminatie

De Grondwet verbiedt discriminatie en garandeert gelijke behandeling voor iedereen. Dit betekent dat iedereen dezelfde rechten en plichten heeft, ongeacht persoonlijke kenmerken.

Leg uit wat de Grondwet zegt over discriminatie en waarom dit belangrijk is.

Discriminatie in de praktijk

Helaas komt discriminatie in de praktijk nog steeds voor. Bijvoorbeeld bij sollicitaties, huisvesting, enz. Dit is verboden en kan bestraft worden.

Geef voorbeelden van discriminatie in de praktijk en vertel wat de gevolgen hiervan kunnen zijn.

Wat kun je doen?

Als je zelf gediscrimineerd wordt, kun je hier melding van maken bij bijvoorbeeld het College voor de Rechten van de Mens. Als je getuige bent van discriminatie, kun je dit ook melden of ingrijpen.

Leg uit wat leerlingen kunnen doen als ze discriminatie ervaren of zien gebeuren.

Opdracht: Discriminatie herkennen

Laat de leerlingen in groepjes voorbeelden van discriminatie bespreken en bedenken hoe ze hierop kunnen reageren. Laat de groepjes hun bevindingen presenteren aan de klas.

Geef de leerlingen de opdracht en leg uit wat er van hen wordt verwacht.

Casus: Discriminatie op school

Bespreking van een casus waarbij een leerling gediscrimineerd wordt door klasgenoten. De leerlingen bedenken hoe ze hierop kunnen reageren en welke stappen ze kunnen zetten.

Geef de casus en leg uit wat de bedoeling is van deze opdracht.

Reflectie

Vraag de leerlingen wat ze hebben geleerd en hoe ze discriminatie kunnen voorkomen of bestrijden. Bespreek de reacties van de leerlingen en sluit de les af.

Stel vragen aan de leerlingen om te reflecteren op de les en bespreek de antwoorden met de klas.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.