V1: Unidad 1 Les 1 - Introductie, alfabet, uitspraak & getallen

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Después de la clase...
  • Je kent de Spaanse alfabet;
  • Je kunt in het Spaans je naam spellen;
  • Je kent de Spaanse uitspraak;
  • Je weet hoe je Spaanse woorden moet uitspreken;
  • Je kunt in het Spaans van 0 tot 15 tellen.

Los deberes para la próxima clase:
Leren: El alfabeto y los números 0 hasta 15.
Maken: Opdracht 1,2 en 9 p. 5/6
Lezen:

Slide 4 - Diapositive

Frases claves en el aula
Groeten

Hola
Buenos días
Buenas tardes
Afscheid nemen
Adíos
Hasta mañana
Bedanken
gracias
muchas gracias

Slide 5 - Diapositive

Presentarse(jezelf voorstellen)
           Hallo
    
           Ik heet .........
                  Hallo
                  Ik ben .......

Slide 6 - Diapositive

Unidad 0: Nuestro verano
                El Alfabeto

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

A practicar
      Spel je voor- en achternaam en de ander schrijft het op
      Schrijf voluit hoe je elke letter uit de volgende woorden spelt:
                          1. verano
                          2. apellido  
                          3. nombre


timer
4:00

Slide 9 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)

Slide 10 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)

Slide 11 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)

Slide 12 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)

Slide 13 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)

Slide 14 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)
De "R"
  • [R] (sterk) aan het begin van een woord: Rosa, reporteros
  • [RR] dubbel: perro (hond), carro (auto)
  • [R] (zacht) tussen twee klinkers: Ainara, cara (gezicht)


Slide 15 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)
De "G" en de "J"
  • [G] voor 'e' en 'i': gente (mensen)
  • [G] voor 'a', 'o' en 'u': gato (kat) 
  • [J] altijd als een harde "g": jamon (ham) 


Slide 16 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)
De "C" en de "Z"
  • [C] voor 'e' en 'i' wordt uitgesproken als "s": cielo (hemel)
  • [C] voor 'a', 'o' en 'u' wordt uitgesproken als "k": casa (huis)
  • [Z] wordt uitgesproken als "th" in Engels: zapato (schoen)


Slide 17 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)
De "Q" 
  • [C] wordt altijd gevolgd door een "u" en wordt uitgesproken als een "k": queso (kaas)
    de "u" is stil.

Slide 18 - Diapositive

Uitspraak (pronunciacón)

Slide 19 - Diapositive

Los números

Slide 20 - Diapositive

A practicar
        Maak de sommen en schrijf het resultaat.
                      1. ocho + tres = ?
                      2. cinco + cuatro = ?
                      3. dos + diez = ?
                      4. siete - uno = ?
                      5. once - nueve = ?
                      6. trece - seis = ?


timer
2:00

Slide 21 - Diapositive


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 22 - Question ouverte

Huiswerk
Los deberes:
Leren: el alfabeto y los números p. 12/15
Maken: opdracht 1,2 en 9 p. 5/6
Lezen:



Slide 23 - Diapositive


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

¡Hasta la próxima clase!

Slide 25 - Diapositive