Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens 

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdletters en leestekens 

Slide 1 - Diapositive

Welk woord krijgt een hoofdletter?
A
noorden
B
walvisstraat
C
kerstvakantie
D
hockey

Slide 2 - Quiz

Zijn de hoofdletters juist geplaatst?

44 mensen rijden richting het Oosten van Holland.
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

een 12-jarige jongen uit duitsland heeft afgelopen dinsdag de audi van zijn moeder in de prak gereden

Slide 4 - Question ouverte

Welke bewering is waar?
A
Als een zin begint met een getal krijgt het woord dat volgt een kleine letter.
B
Je gebruikt aanhalingstekens bij het weergeven van gedachten.
C
Je gebruikt een kleine letter bij namen van bergen en rivieren.
D
Je gebruikt een kleine letter bij bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid.

Slide 5 - Quiz

Wat is juist?
A
Kerstboom
B
kerstboom

Slide 6 - Quiz

Wat is juist?
A
woensdag
B
Woensdag

Slide 7 - Quiz

Wat is juist?
A
meneer S. Van der Zee
B
meneer S. Van Der Zee
C
meneer S. van der Zee
D
meneer S. van der zee

Slide 8 - Quiz

Wat is juist?
A
goudse kaas
B
Goudse Kaas
C
Goudse kaas

Slide 9 - Quiz

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik ziek ben

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke uit noord-brabant heeft veel dieren kippen schapen en honden

Slide 11 - Question ouverte

Juist of onjuist:
Mees riep: He, kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist:
engelse drop
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Juist of onjuist:
Mercedes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

kenmerken
bladspiegel
De regels worden niet vol gemaakt.
tekst
Er wordt gebruik gemaakt van rijm.
hoodfletters en leestekens
De schrijver is vrij in gebruik hiervan.

Slide 15 - Diapositive

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

de leraar biologie zei de wolf komt alleen in limburg voor

Slide 17 - Question ouverte

Wat is juist?
A
café Zeezicht
B
café zeezicht

Slide 18 - Quiz

Wat is juist?
A
lente
B
Lente

Slide 19 - Quiz

Aanhalingsteken of niet?
Maria denkt: ik wil daar ook graag bij zijn.
A
nee
B
ja

Slide 20 - Quiz

"Hier ben ik geboren", zei Annemarie.
A
goed geschreven
B
fout geschreven

Slide 21 - Quiz

Juist of onjuist?
Ik lust een hoop groentes, zoals: broccoli, boontjes en worteltjes.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

deze zoogdieren worden met uitsterven bedreigd de siberische tijger de berggorilla en de afrikaanse neushoorn

Slide 23 - Question ouverte

ik ga een vette voldoende halen zei hij

Slide 24 - Question ouverte