Boekverslag maken

Boekverslag
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Boekverslag

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat een boekverslag/werkstuk is en wat er in het boekverslag moet staan.
Hoe je de opmaak van een verslag moet maken en welke functies/knoppen je goed kunt gebruiken in WORD. 

Slide 2 - Diapositive

Boekverslag
Je gaat een boekverslag maken in WORD

Slide 3 - Diapositive

Inhoud
Je boekverslag wordt beoordeeld op 6 onderdelen: 
A. Omslag/Voorblad (pagina 1)
B. Samenvatting
C. Het verhaal
D. eigen mening
E.  schrijver/schrijfster
F. Verzorging/ Opmaak 

Slide 4 - Diapositive

A. Omslag/voorblad
Titel boek (groot)
Schrijver boek (groot)
Uitgever boek (klein)
1e druk/ laatste druk: oplage (jaartal) (klein)
Illustratie (afbeelding boek)
Naam + Klas (van jou) (ander opmaak, opvallend)
Wanneer heb je je verslag gemaakt/af/klaar: datum
Je mag gebruik maken van een A4document in Canva om een mooie voorkant te maken. 

Slide 5 - Diapositive

B. Samenvatting
  • Vertel in eigen woorden waar het boek dat je gelezen hebt over gaat. (minimaal 15 zinnen, maximaal 30 zinnen)
  • Iemand die het boek niet gelezen heeft, moet kunnen snappen waar het over gaat. Beschrijf belangrijke gebeurtenissen. 
  • Vertel ook het einde van het boek. De docent moet kunnen zien dat je het helemaal hebt gelezen. 

Slide 6 - Diapositive

C. Het verhaal
  • Noem twee  hoofdpersonen. Beschrijf van elk twee karaktereigenschappen. Doe dit uitgebreid (5 zinnen per persoon). Vertel ook waarom je weet dat dit zo is, leg dus uit waarom je dit vind. Verwijs naar pagina's in het boek, benoem pagina nummers waar dit te lezen is. 
  • Plaats: Waar speelt het verhaal zich af? Hoe weet je dat? Bewijs met paginanummers en voorbeelden.
  • Welke tijd: Leg uit in welke tijd het verhaal zich afspeelt, heden, verleden, of specifieke jaartallen? Bewijs met paginanummers en voorbeelden.
  • Hoeveel tijd? Hoeveel tijd verstrijkt er in het verhaal?  Gaat het boek over minuten, dagen, weken, maanden, jaren? Hoe weet je dat? Bewijs met paginanummers en voorbeelden.

Slide 7 - Diapositive

D. Eigen mening
  • Noem drie beoordelingswoorden die volgens jou bij het boek passen. 
  • Leg uit waarom je die drie woorden hebt gekozen. (argumenten) (klik op beoordelingswoorden om te zien wat we bedoelen met argumenten)
  • Vertel wat je van het boek vond. Doe dit uitgebreid. 
  • Je eigen mening is minimaal 100 woorden. (Hoe kan ik woorden tellen in WORD?)

Slide 8 - Diapositive

E. Schrijver/schrijfster
  • Zoek op internet informatie over de schrijver/schrijfster. Vertel hierover. (JE MAG NIET KOPIËREN VAN INTERNET!)
  • Zoek een foto van de schrijver/schrijfster. 
  • Noem nog twee of drie andere titels van zijn/haar boeken.
  • Denk aan bronvermelding. Naam Website: Website link. 
  • Houd je bronnenlijst goed bij! op de laatste pagina van je verslag!
VOORBEELD
Bronnenlijst:
Websites:
Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Carry_Slee - informatie over de schrijver.

Slide 9 - Diapositive

F. Verzorging/opmaak
- Let op de zinsbouw. Zelf zinnen schrijven, gebruik geen Google translate. Alleen voor woorden vertalen, mag je Google translate wel gebruiken. 
- Zorg voor een duidelijke lay-out/opmaak (lettertype, lettergrootte, titels, hoofstukken, koppen gebruiken.
- Zorg dat er geen spellingsfouten in staan! 
- Let op hoofdlettergebruik, punten en komma's. 
- Gebruik titels en tussenkopjes
- Maak alinea's in je teksten. 
- Zorg dat je boekverslag er leuk en mooi uit ziet. Voeg illustraties toe. 
- vraag de docent om naar je opmaak te kijken, hij of zij kan je tips en tricks geven.
- maak paginanummers met Word (automatisch) en inhoudsopgave (automatisch of zelf maken)

Opmaak regels
  • Maak als je klaar bent met je verslag op pagina 2 een inhoudsopgave (zelf maken) en paginanummers (via invoegen)
  • Gewone tekst bouw je op uit alinea's en is maximaal lettergrootte 12, kies een gemakkelijk leesbaar lettertype en maak de kleur altijd zwart. 
  • Maak titels iets groter dan de gewone tekst.
  • Titels mag je bijvoorbeeld ook dikgedrukt, vet, onderstreept maken.
  • Alle titels hebben hetzelfde lettertype, grootte en kleur.
  • Als je een citaat gebruikt moet je dat tussen "aanhalingstekens doen"
  • Leg je de nadruk op woorden in de tekst maak gebruik van opmaak Cursief
  • Maak elke hoofstuk van je verslag op een nieuwe pagina. (ctrl+enter)
  • gebruik leestekens: punten, komma's, vraagtekens etc. 
  • Gebruik bij een verslag uitlijning links uitlijnen. Of gebruik voor veel tekst de knop uitvullen.
  • Maak een duidelijke verschil in opmaak als je de vraag overtypt en zelf daaronder het antwoord geeft. Voorbeeld: vraag? Antwoord

Slide 10 - Diapositive

Regels opmaak verslag
  • Maak als je klaar bent met je verslag op pagina 2 een inhoudsopgave (zelf maken) en paginanummers (via invoegen)
  • Gewone tekst bouw je op uit alinea's en is maximaal lettergrootte 12, kies een gemakkelijk leesbaar lettertype en maak de kleur altijd zwart.
  • Maak titels iets groter dan de gewone tekst.
  • Titels mag je bijvoorbeeld ook dikgedrukt, vet, onderstreept maken.
  • Alle titels hebben hetzelfde lettertype, grootte en kleur.
  • Als je een citaat gebruikt moet je dat tussen "aanhalingstekens doen".
  • Leg je de nadruk op woorden in de tekst maak gebruik van opmaak Cursief.
  • Maak elke hoofstuk van je verslag op een nieuwe pagina. (ctrl+enter)
  • Gebruik leestekens: punten, komma's, vraagtekens etc.
  • Gebruik bij een verslag uitlijning links uitlijnen. Of gebruik voor veel tekst de knop uitvullen.
  • Maak een duidelijke verschil in opmaak als je de vraag overtypt en zelf daaronder het antwoord geeft. Voorbeeld: vraag? Antwoord
  • maak paginanummers met Word (automatisch) en inhoudsopgave (automatisch of zelf maken)

Slide 11 - Diapositive

Routeplanner / vaardigheden:
- Het maken van een boekverslag.
- opmaak van een verslag
- inhoudsopgave maken
- Het maken van een grote opdracht
- Planning en organisatie. Eerst een boek lezen, informatie verzamelen, uitwerken van informatie, bronnenlijst bijhouden etc. 
- Begrijpend lezen.
- Spelling en grammatica
- Uitbreiden woordenschat.
- Klaar? controleer of je de opmaak goed hebt gedaan en of alles in de opdracht/verslag staat. check opdracht en verslag goed!

Slide 12 - Diapositive

Mag het ook anders? 
Ja! 
Als jij liever een filmpje of een presentatie maakt over je boekverslag, dan mag dat ook. Zorg dat alle onderdelen van de beoordeling terugkomen in je presentatie of filmpje.

Creativiteit wordt gewaardeerd. Geef er je eigen draai aan! 

Slide 13 - Diapositive