les 5 thema 2 hv1b (ma)

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.

Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

Deze les

-Terugblik vorige week.

-Uitleg over de leerdoelen van deze week.

-Opdrachten maken

-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd?

-Huiswerk noteren.

Vorige week 

Huiswerk gemaakt?

Wat was lastig?  B2: 2, 7, 9, 10  B3: 1, 6, 8, 9 en B7(vwo): 1

Er was dus veel "lastig"

Waar zit het probleem?? Tekst lezen? Inzicht? Te snel? ....

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks even om uitleg.

 

Wat weet je nog/al?

Welke orgaanstelsels heeft een plant?
Welke functies hebben die orgaanstelsels?

Wat weet je nog/al?

Wat waren ook al weer de verschillen tussen
cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel en een organisme?

Jaarringen hebben twee lagen: een donkere en een lichte laag

1. De lichte laag vormt in de lente, de donkere in de zomer.
2. De lichte laag vormt in de zomer de donkere in de winter
3. De lichte laag vormt in de zomer, de donkere in de herfst.
4. De donkere laag vormt in de lente, de lichte in de zomer.

De leerdoelen van deze week: 

-Je kunt een preparaat maken.

-Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

-Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.

-Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Je kunt een preparaat maken. 

Eerst wat uitleg, dan doornemen van leren onderzoeken 3 (blz. 142 t/m 144) en opdracht 4 maken.

Volgende keer zelf een preparaat maken (en bekijken en tekenen).

Animatie met uitleg. 

De verschillen tussen dierlijke en plantaardige cellen.

-Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies. 
Uitleg via deze link naar biologiepagina.nl

Plastiden 

Zitten alleen in plantencellen, je moet er 3 kennen.

Uitleg.

Ze kunnen dus ook in elkaar overgaan.

Let op: je hebt dus kleurstofkorrels (plastiden), maar er kan ook kleurstof  in de vacuole zijn opgelost (bloem in kleurstof, anthocyaan in rode kool)

Celorganellen

Een deel(tje) van een cel die een eigen functie heeft noem je een celorganel.

Voorbeelden: celkern, bladgroenkorrel, vacuaole, celmembraan.

Cellen, hoe zien ze eruit?

Leerdoelen:

-Je kunt een preparaat maken.

-Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

-Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.

-Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Kun je bereiken door:

-Te lezen / bestuderen: de tekst van B4 en B5 en leren onderzoeken 3.

-Te maken: basisstof 4 (2.4), B5 (2.5) en leren onderzoeken opdr 4.

-Te doen: practicum 8 en 9.

-De antwoorden van de opdrachten te controleren.

-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Eerst 10 minuten zelf in stilte,

daarna mag je overleggen. 

Laatste 5 minuten nog 6 vragen in lessonup. sluit je tabblad dus nog niet af.

Afsluiting.

Hoe ver ben je gekomen? 

Volgende les: start met uitleg B5, 

Vrijdag B4 en B5 afmaken en tekenen (practicum 7+8). 

Ga je thuis alvast wat opdrachten maken? Zo ja, welke?

Extra uitleg

Herhaling/oefenen

Heel thema 2 (biologiepagina.nl)

Verdieping

Orgaandonatie

Nog meer over orgaandonatie

Sapstroom esdoorn (video)

Bomen (onderzoek) video

Meer over DNA en erfelijkheid

Onderzoek bij kinderkanker

Meer over kanker

Wat is de plantencel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Heeft een plantencel een vacuole?

1. Ja
2. Nee

Een plantencel heeft WEL/NIET een celmembraan.

1. Wel
2. Niet

Welke cel heeft geen celwand?

1. Dierlijkecel
2. Plantencel

de plantencel is stevig door

1. de celmembraan
2. de celwand
3. de vacuole
4. de celwand en vacuole

Als een rozenbottel rijp wordt, verandert de kleur van groen naar rood.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?

1. Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
2. Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
3. Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels
4. Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels

Huiswerk.

Volgende week woensdag 7e uur.

Alles af van de studiewijzer van deze week (paragraaf 4 en 5 en leren onderzoeken).

(En natuurlijk ook 2.1, 2.2, 2.3 en leren onderzoeken als dat nog niet af was.)

Ga je voor volgende les (do 2e uur) alvast wat opdrachten maken? Zo ja, welke? Noteer dat dan ook in je agenda.

Huiswerk in de agenda gezet?

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

  

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.