E: writing and grammar

Check-up
How was your holiday? 


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Check-up
How was your holiday? 


Slide 1 - Diapositive

Today's Planning
Wat gaan we doen? Vandaag gaan we een lessonUp quiz doen met 10 vragen en E: writing and grammar maken. Eerst een korte uitleg, dan de quiz en dan zelfstandig aan de slag. 
Waarom?  Omdat het belangrijk is dat je weet hoe je het meervoud maakt in het Engels en ook de uitzonderingen kent. 
Hoe? In je boek en op je telefoon. 
Hoeveel tijd?  45 minuten.
Hulp nodig? Ask three before me 
Uitkomst? Wat doen we ermee?  We kijken het morgen samen na, dan zie je hoe je het hebt gedaan. Ook kun je zien hoe het gaat met de quiz. 
Klaar? Leer dan de woordjes van 'C: reading op blz. 179.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
At the end of this lesson

  • Weet ik hoe ik zelfstandige naamwoorden in het meervoud moet zetten en welke uitzonderingen hiervoor zijn. 



 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Plurals - Nouns that end in -o
  • hero - heroes / tomato - tomatoes / echo - echoes
  • uitzonderingen: photo - photos / solo - solos

Slide 7 - Diapositive

Some examples
one plane -> two planes
one lamb -> two lambs
one ex -> two exes
one bass -> two basses
one Polly -> two Pollies
one lady -> two ladies
one half -> two halves
one scarf -> two scarves
one echo -> two echoes


Slide 8 - Diapositive

PRACTISE!
Quiz time, grab your phones! Go to: lessonup.app

Slide 9 - Diapositive

What's the plural of:
car?

A
car
B
cars
C
caren
D
cares

Slide 10 - Quiz

What's the plural of:
life
A
life
B
lifes
C
lives
D
livez

Slide 11 - Quiz

What's the plural of:
pizza
A
pizza's
B
pizzas
C
pizza'z
D
pizzaz

Slide 12 - Quiz

What's the plural of:
child
A
childs
B
childes
C
childern
D
children

Slide 13 - Quiz

What's the plural of:
wolf
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 14 - Quiz

What is the plural of: potato
A
potato's
B
potatoe's
C
potatoes
D
potatoos

Slide 15 - Quiz

What's the plural of:
phone
A
phonez
B
phones
C
phonees
D
phone

Slide 16 - Quiz

What's the plural of:
elf
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 17 - Quiz

What's the plural of:
knife
A
knife
B
knifes
C
knive
D
knives

Slide 18 - Quiz

What's the plural of:
baby
A
baby's
B
babies
C
babys
D
babie's

Slide 19 - Quiz

Hoe zet je een woord in het meervoud?

Slide 20 - Question ouverte

Welke uitzonderingen zijn er?

Slide 21 - Question ouverte

Ik kan woorden nu in het meervoud zetten.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Ik zou nog wel een keer willen oefenen

Slide 22 - Quiz

Now let's get to work!
Maak de opdrachten: 31, 32, 33, 34, 35 op blz. 156 tm 159.

Dit is huiswerk voor morgen dus zet het in je Plenda!

Slide 23 - Diapositive

Lesdoel
At the end of this lesson

  • Weet ik hoe ik zelfstandige naamwoorden in het meervoud moet zetten en welke uitzonderingen hiervoor zijn. 



 

Slide 24 - Diapositive

End of the lesson
1. Spullen opruimen (put away your things)
2. Blijven zitten en wachten tot de bel gaat (stay seated until the bell rings)
3. Stoel aanschuiven (pull in your chair)
4. Telefoons pakken (get your phones)
5. Bye, see you next lesson!

Slide 25 - Diapositive