3T Oefening KLT

Goodmorning!
timer
3:00
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolMBOvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 2-4Studiejaar 1-4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Goodmorning!
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Kijk- en Luistertoets voorbereiding
Planning les: 

Luisteropdrachten

Uitleg Kijk- en Luistertoets




Learning targets:

Aan het eind van deze les kan ik gesproken  informatiebegrijpen

Slide 2 - Diapositive

Tips: LISTENING/WATCHING
Lees de tips over hoe jij beter luisteropdrachten kan maken tijdens de kijk- en luistertoets.

Maak daarna luisteropdrachten (via de link).

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Tip 1:Oriënteren / voorspellen
Vóór je gaat luisteren en kijken kun je je oriënteren op het onderwerp door al na te denken over wat voor soort fragment het is.
Bijvoorbeeld: een gesprek, een interview, een (nieuws)bericht, een verhaal of reclame.
Als je de vragen en de antwoorden bekijkt, zie je waarover het gaat. Vraag jezelf af wat je al van het onderwerp weet. Vaak krijg je bij een kijktoets een inleiding die je op weg helpt.

Slide 5 - Diapositive

Tip 2:De hoofdlijnen begrijpen

Probeer niet elk woord uit de tekst te begrijpen, maar let op de hoofdlijnen.

Gebruik de context en je gezonde verstand om het juiste antwoord te vinden.

Slide 6 - Diapositive

Tip 3: Eerst de vraag lezen


Lees eerst de vraag voor je gaat luisteren.
Je weet dan waar je op moet letten tijdens het luisteren.

Slide 7 - Diapositive

Tip 4: Kijk welke soorten vragen jij hebt
Elke soort vraag pak je op zijn eigen manier aan.
True / false vragen: vaak zit de keuze tussen waar of niet waar in één woord. Het goed lezen van de zin is dus extra belangrijk.
Open vragen geven je geen keuzeantwoorden, maar je moet zelf een antwoord bedenken. Kijk dan heel goed naar wat er gevraagd wordt en schrijf niet te veel of te weinig op.
Multiplechoicevragen geven je de keuze uit drie of meer antwoorden. Kijk goed naar de verschillen tussen de antwoorden. Soms valt één antwoord al af omdat je weet dat dat niet kan kloppen.

Slide 8 - Diapositive

Tip 5: Onbekende woorden 
Als je een woord niet kent kun je het fragment vaak toch begrijpen omdat je de betekenis van het woord kunt raden. 
Uit de context, dat is de rest van de zin en de andere zinnen eromheen, kun je vaak al opmaken wat een woord kan betekenen.
• Let op voorbeelden. Die beginnen vaak met: for example, such as, think of, especially.
• Lijkt het woord op een Nederlands woord? Competition lijkt bijvoorbeeld erg op competitie.

Slide 9 - Diapositive

Tip 6: Blijven luisteren

Als je in het begin van het fragment een woord hoort dat ook in een van de antwoordopties staat, denk je soms dat je het antwoord al weet. Maar....

Blijf dan toch tot het eind geconcentreerd luisteren! Soms is zo’n woord een afleider en hoor je het juiste antwoord pas op het eind.

Slide 10 - Diapositive

Samengevat:
Loop deze stappen door tijdens luisteropdrachten:
1. Lees voordat je gaat luisteren de vraag en de antwoordmogelijkheden door. 
2. Bedenk welk antwoord je het meest en welk antwoord je het minst logisch vindt.
3. Luister (aandachtig!) dan naar het fragment.
4. In de pauze na het fragment vul je direct een antwoord in en begin je opnieuw met stap 1.

Slide 11 - Diapositive

Extra oefenen met Listening?Luister naar het fragment Advice for exams en maak daarna opdrachten.
1. Klik hier om naar de opdracht te gaan.
2. Maak eerst de opdracht Preparation.

3. Bekijk de vragen in opdracht  Check your understanding:multiply choice.

4. Luister daarna naar het fragment.

5. Maak de opdrachten:
- Check your understanding: multiple choice
- Check your understanding: grouping

Slide 12 - Diapositive

Meer oefenen? 
Easy=Makkelijk,gemiddeld (Elementary A2 listening): klik hier

Challenging=Uitdagend (Intermediate B1 listening): klik hier

Slide 13 - Diapositive

First dates UK 
Awkward situations

Slide 14 - Diapositive

12

Slide 15 - Vidéo

7

Slide 16 - Vidéo

01:58
The man would like to pay because...
A
The woman doesn't earn as much as him.
B
He wants the woman to pay for his next meal.
C
The woman thinks he is poor.
D
He doesn't get the chance to be a gentleman often.

Slide 17 - Quiz

03:13
The woman got dumped by her American boyfriend...
A
Because he left the country to join the marines.
B
Because she is not religious enough.
C
Because he thought she had dated too many guys.
D
Because he preferred American girls.

Slide 18 - Quiz

04:30
Why didn't they go on a second date?
A
The man was rude to the waiter.
B
It just didn't click.
C
She wanted him to pay the bill by himself
D
He was dressed too casually.

Slide 19 - Quiz

06:00
He has to call his mom because...
A
He's broke and needs her to send money.
B
She owes him money.
C
He doesn't have digital bank access.
D
His date didn't bring any money.

Slide 20 - Quiz

06:45
How many times did his credit card get declined?
A
4
B
2
C
8
D
3

Slide 21 - Quiz

10:18
What did the girl actually like about the guy?
A
He is tall.
B
He has a good face.
C
He is generous.
D
He is modern.

Slide 22 - Quiz

12:52
Why does she agree to splitting the bill?
A
She wanted to be modern for once.
B
Because he used to be homeless.
C
He has made a really good first impression.
D
The bill was really expensive.

Slide 23 - Quiz

01:16
What kind of art does the guy make?

Slide 24 - Question ouverte

01:48
Deze jongen heeft het nummer van de serveerster en gaat misschien met haar uit
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

02:12
Question 3: What is usually the best option when it comes to paying the bill?
A
the man pays
B
the woman pays
C
both pay half
D
run off and don't pay at all

Slide 26 - Quiz

02:46
Question 4: What made this scene so uncomfortable?
A
he tells her to ‘shut up’
B
they both insist on paying the bill
C
something you can tell by the waitresses’ face

Slide 27 - Quiz

03:05
Question 5: These people have never dated before, despite (ondanks)…?
A
their looks
B
their humour
C
their wealth
D
their age

Slide 28 - Quiz

04:00
Question 6: What are their occupations?
A
He’s a man of science and she works in education
B
He’s a nerd and she’s a teacher
C
He’s a teacher and she’s a nerd
D
They’re both unemloyed

Slide 29 - Quiz

05:22
These people both seem insecure about something, what is it?

Slide 30 - Question ouverte

06:20
Question 8: What was the fuss about on the ‘make up’ date?
A
He said she had put on too much make up for his liking
B
He said he doesn’t usually fall for girls that wear a lot of make up
C
He said he hated the way she did her make up
D
He said he has never dated a girl with a lot of make up on

Slide 31 - Quiz

07:27
Question 9: Why was this date so awkward?
A
they know each other
B
they're related to each other
C
they were once engaged
D
they've dated before

Slide 32 - Quiz

08:21
Question 10: What was Harry’s response to her food choice?
A
he tried to make her feel bad about it as he strongly disapproved
B
he hated her for it and that’s why he didn’t want her
C
he didn’t mind but he had to say something about it
D
he didn’t approve of it but didn’t intend to make her feel bad

Slide 33 - Quiz

09:46
What did the girl want?
A
to share his food
B
to go home with him
C
to lick his cutlery
D
to get drunk

Slide 34 - Quiz

11:55
"I feel bad, I feel rotten" zegt de man aan tafel.

Serveerder: But ....
Waar zegt de serveerder dan iets over?
A
over zijn gewicht
B
over zijn emoties
C
over zijn eetlust
D
over zijn haarstijl

Slide 35 - Quiz