5.4 Remmen en botsen les 8

H5 Bewegen
Les 8
5.4: Remmen en botsen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H5 Bewegen
Les 8
5.4: Remmen en botsen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Programma
  • Leerdoelen van paragraaf 5.4
  • Uitleg paragraaf 5.4
  • controle vragen en zelfstandig aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • De leerlingen kunnen de Stopafstand uitrekenen.
  • De leerlingen weten welke zaken van invloed zijn op de remweg.
  • De leerlingen kunnen enkele veiligheidsaspecten noemen in de auto

Slide 4 - Diapositive

De remweg
Vanaf het moment dat je langzamer gaat bewegen, gaat remmen, leg je nog wel een afstand af. Deze afstand noemen we de remweg. De remweg hangt af van 2 dingen:

  • De beginsnelheid: Hoe groter de snelheid, hoe langer de remweg.
  • De (totale) massa van de auto: Hoe groter de de masaa, hoe langer de remweg.
  • De remkracht: Hoe harder je op de rem trapt, hoe korter de remweg.

Slide 5 - Diapositive

Remweg
De remweg hangt enorm af van de snelheid waarmee je rijdt. 

Als de snelheid een aantal keer zo groot wordt, dan wordt de remweg dat aantal keer in het kwadraat keer zo groot. 

Slide 6 - Diapositive

Van welke factoren is (zijn) de remweg afhankelijk?
A
De snelheid
B
De massa van de auto
C
De reactie-tijd
D
Mist

Slide 7 - Quiz

bekijk de grafiek over de remweg.

uitspraak 1: wanneer jouw snelheid verdubbelt, dan verdubbelt ook jouw remweg.
uitspraak 2: de remweg bij een snelheid van 100 km/h is 60m
A
beide uitspraken zijn juist
B
beide uitspraken zijn onjuist
C
alleen uitspraak 1 is juist
D
alleen uitspraak 2 is juist

Slide 8 - Quiz

Hoe groot wordt de remweg wanneer de snelheid 2x zo groot wordt?
A
Blijft even groot
B
Die wordt 2x zo groot
C
Die wordt 4x zo groot
D
Die wordt 8x zo groot

Slide 9 - Quiz

een vrachtwagen rijdt in de regen met 22,2 m/s. hoe groot is zijn remweg?
A
24,5m
B
48m
C
50m
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 10 - Quiz

Als een auto 30 km/h rijdt is de remweg 8 m. Hoe groot is deze bij 90 km/h ?
A
24 m
B
32 m
C
72 m
D
90 m

Slide 11 - Quiz

Reactietijd en reactieafstand.
Niet alleen de remweg speelt een rol voor je stil staat. Maar voordat je gaat remmen moet je eerst nog reageren. Je ziet de auto voor jouw wel remmen, maar je moet je voet van het gaspadaal halen en de rem indrukken. De tijd dat dat duurt, noem je de reactietijd. In die tijd rijdt de auto natuurlijk gewoon door. De afstand die de auto dan aflegd noem je de reactieafstand.

Slide 12 - Diapositive

Stopafstand
Voordat je stil staat heb je dus je reactieafstand en je remweg. Samen bepalen ze hoever jij doorrijdt voor je stil staat, de stopafstand.

Slide 13 - Diapositive

1
Stopafstand
2

Slide 14 - Diapositive

Stopafstand omlaag
1
2
3
4
5
6
7

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 4

Slide 17 - Diapositive

Uitwerking opdracht 4
1
2

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Remweg
1
2
3
4

Slide 20 - Diapositive

Je hebt de reactieafstand, de remweg en de stopafstand. Welke formule klopt?
A
reactieafstand = remweg + stopafstand
B
remweg = reactieafstand + stopafstand
C
stopafstand = reactieafstand + remweg
D
remweg = reactieafstand-stopafstand

Slide 21 - Quiz

Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Welke van deze drie afstanden verandert als de bestuurder flink gedronken heeft?
A
remweg + stopafstand
B
reactieafstand + stopafstand
C
alle afstanden
D
reactieafstand + remweg

Slide 22 - Quiz

De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m.
Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter

Slide 23 - Quiz

Bekijk de s,t-diagram. hoe groot is de remweg van deze persoon?
A
5 meter
B
20 meter
C
25 meter
D
dat kun je niet zeggen

Slide 24 - Quiz

Huiswerk 
Leren §5.4
Maken 6 t/m 10

Slide 25 - Diapositive