5.2 deel I

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat ga je de aankomende 10 minuten in stilte doen?

1. Je vult de post-it's in:

Oranje: Wat heb je van mij nodig?

Groen: Wat kan jij doen?

2. Als je klaar bent lees je 5.2 

3. Je maakt een WoordWeb van de 

belangrijkste  zaken uit de paragraaf.

5.2: De rivier als sorteermachine

Wat gaan we deze les doen?

- Voorkennis ophalen

- 5.2: Sedimentatie

- Zelfstandig werken

Tekst

Even opfrissen...

Welke begrippen komen er ook alweer voor bij een rivier?

Rivieren

Belangrijk dat aan bod komt:

- Verval

- Verhang

- Boven-, Midden-, Benedenloop

- Verwering

- Erosie

Verval

Verhang

= Hoogteverschil tussen twee punten in een rivier.

= Het verval per kilometer.

Verwering

Erosie

Sedimentatie

Sedimentatie

= Het neerleggen van verweringsmateriaal wanneer de transportsnelheid van water of wind afneemt of wanneer ijs smelt.

Tekst

Fluviatielsediment

= Materiaal dat door rivieren is afgezet

Wat viel je op?

De bovenloop

Groot verhang, snelle stroming

Alleen grof verweringsmateriaal blijft liggen.

Wat valt je op?

De middenloop

Verhang (0,1m/km) + stroomsnelheid nemen af.

Grind blijft liggen

Wat valt je op?

De benedenloop

Weinig verhang, langzame stroming

Zand kan sedimenteren, en als het water (bijna) stilstaat ook klei.

In de benedenloop:

Oeverwal

= Lage zandrug langs een rivier. Ontstaat wanneer een rivier bij overstromingen zand afzet bij de bedding.

Komgrond

= Lager gebied, verder van de rivier waar bij overstromingen vooral klei wordt afgezet.