2M week 4 les 1

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2M week 2 les 1

Start by putting your books on the table and reading your reading book , no reading book, please report it and start copying the pages of irregular verbs (120,121). Start getting chromebooks.

Presentaties

Bilal, Aziz en Saif gaan presenteren

Selftest unit 4

Hoe heb je die gemaakt?

Lesson 1

We will do excercises 1 to 6 together

Grammar

Possesions

Today we are going to..

learn about the "possesive"

's  or  '  or  of

My .........(cousin) father is my uncle.

Let's meet at ....(John) house

house.

party.

cat.

books.

Sarah

My friends

My mother

Thomas

's

'

's

's

But there is more....

Watch the next video to get the complete explanation. Now in Dutch

Let's check what you remember... what belongs where?

's

'

... of ...

Bij personen of dieren in het enkelvoud

Als een zelfstandig naamwoord in het meervoud al op -s eindigt.

Bij woorden die te maken hebben met tijd en afstand.

Bij (geografische) locaties

Bij een plaats waar iemand woont of werkt.   

Bij dingen

Bij eigennamen (ook als die op –s eindigen!)

Bij personen/dieren waarvan het meervoud niet eindigt op een -s.

Which 'possesive' is written correctly?
De boeken van Anna.

1. Anna's books
2. Annas books
3. The books of Anna

Which possessive is correct?
De honden van de jongens

1. The boys' dogs
2. The boy's dogs
3. The dogs of the boys

Which "Possessive" is CORRECT?

1. Bobs' bedroom is small.
2. Bob's bedroom is small.
3. Bobs bedroom is small.
4. Bobs's bedroom is small.

Which "Possessive" is CORRECT?

1. My parent's sailboat is blue.
2. My parents's sailboat is blue.
3. My parents' sailboat is blue.
4. My parents sailboat is blue.

Which "Possessive"
is CORRECT?

1. This is Josh' car.
2. This is Josh's car.
3. The car of Josh
4. This is Joshs car.

Which "Possessive"
is CORRECT?

1. A person's clothes.
2. A persons clothes.
3. A persons's clothes.
4. A persons' clothes.

Now do 7 abc

Past Simple

Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked

it rains-> it rained

they beg-> they begged

Past Simple - Onregelmatige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig (OWW) en dat betekent dat ze geen '-ed' krijgen maar hun eigen vorm hebben.

to write  -> wrote    I wrote her a letter last week.

to go       -> went      He went to Italy last year.

to make -> made     They made a very nice meal two days ago.

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen

come - came - come

Now do 8

Ze staan bij de words!

Luistervaardigheid oefenen

Ga naar Step up and Welcome Listening. We gaan samen aan de slag.