OP 2 - 418DH/EH - Week 11 - Neo / doornemen rapporttoets/planning / Goedg. dl 2 6-10

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Lezen (10 min.)
  2. Neologisme
  3. Doornemen rapporttoets
  4. Doornemen planning
  5. Goedgebekt deel 2: 6-10
  6. Evaluatie en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Lezen
10  minuten lezen in leesboek
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Neologisme
woordenverbod

Slide 4 - Diapositive

Verbod voor rappers om in hun teksten bepaalde woorden te gebruiken, vooral woorden die met drugs te maken hebben. De Londense rapper Rico Racks kreeg zo'n verbod opgelegd. Racks is actief in de drillscene; drillrap is vaak vrij rauw, met teksten waarin het straatleven centraal staat. Het Engelse werkwoord to drill wordt volgens de Oxford English Dictionary (OED) ook wel gebruikt in de betekenis 'to shoot with a gun'. Vorige maand zette de Britse politie ook al een zogeheten rapvertaler in om teksten van drillrappers te duiden.
BIJZONDERE STRAF: WOORDENVERBOD VOOR BRITSE RAPPER RICO RACKS



(NPO: funx.nl)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Doornemen toets

Slide 6 - Diapositive

Beoordeling doornemen + vragen beantwoorden
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Lezen: 10 minuten
  2. Neologisme
  3. Doornemen rapporttoets
  4. Doornemen planning
  5. Goedgebekt
  6. Evaluatie en vooruitblik

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Doornemen planning
Open je mail! 

Slide 8 - Diapositive

Wie wil wanneer spreken?
5. Goedgebekt
  • Deel 2 taak 6-10! 
  • Ook nakijken!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Evaluatie en vooruitblik

  • Morgen geen les
  • Volgende week: werkboek mee! 

Slide 10 - Diapositive

  1. Wat denk je dat het lesdoel of de lesdoelen van deze les waren?
  2. Voor wie was deze les niet duidelijk?