Week 10 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Le programme:

* Répéter bloc C et D

* Corriger les devoirs

* Bloc E: regarder

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de passé composé maken (ook in zinnen)

* kan je belangrijke informatie uit een film begrijpen

* ken je de kleuren

* kan je zoekend luisteren of kijken

Le programme:

* Répéter bloc C et D

* Corriger les devoirs

* Bloc E: regarder

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de passé composé maken (ook in zinnen)

* kan je belangrijke informatie uit een film begrijpen

* ken je de kleuren

* kan je zoekend luisteren of kijken

Hoe maak je de passé composé?

Neem over en vul in:
on __ _____ (danser)

Neem over en vul in:
j' __ _____ (parler)

Neem over en vul in:
ils __ _____ (préparer)

Neem over en vul in:
vous __ _____ (fêter)

Neem over en vul in:
nous __ _____ (inviter)

Neem over en vul in:
tu __ _____ (chanter)

Het wordt nu iets lastiger!

Bloc C: les phrases-clés

Zinsvolgorde:

Onderwerp - alle werkwoorden - lijdend voorwerp

Vertaal:
Ik heb mijn verjaardag gevierd.

Traduis:
Jullie hebben een film gekeken.

Hoe ging de passé composé?

😒🙁😐🙂😃

Le programme:

* Répéter bloc C et D

* Corriger les devoirs

* Bloc E: regarder

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de passé composé maken (ook in zinnen)

* kan je belangrijke informatie uit een film begrijpen

* ken je de kleuren

* kan je zoekend luisteren of kijken

Corriger les devoirs

Ex. 17c (p. 23)

Voorbeeldantwoorden:

J'ai préparé un gâteau.

Tu as chanté une chanson.

Ex. 17d

1. Elle a demandé un nouveau portable.

2. Hier j'ai joué au hockey. (of je zet hier achteraan)

3. Tu as donné un cadeau à ta copine.

4. Il a rigolé avec ses copains.

Ex. 17e

1. Tu as organisé ... (une fête)

2. J'ai détesté ... (le chocolat)

3. Noah a mangé ... (un gâteau)

4. On a regardé ... (la télé)

Ex. 17f

1. Oui, j'ai joué à la console.

2. Non, Amina n'a pas aimé les activités.

3. Oui, j'ai oublié le livre.

4. Oui, nous avons organisé une fête.

5. Non, je n'ai pas joué au foot.

Ex. 19

Ex. 19a

1. Comment ça va?

2. Tu as passé un bon weekend?

3. C'était comment?

Ex. 19b (voorbeeldantwoorden)

J'ai passé un bon weekend. Samedi, j'ai joué à la console avec mon ami. Nous avons mangé une pizza. Dimanche, j'ai fait du tennis. 

Le programme:

* Répéter bloc C et D

* Corriger les devoirs

* Bloc E: regarder

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de passé composé maken (ook in zinnen)

* kan je belangrijke informatie uit een film begrijpen

* ken je de kleuren

* kan je zoekend luisteren of kijken

Bloc E (p. 28)

Wat is er ook alweer in het vorige filmpje gebeurd?

* Ex. 20a: instructie + filmpje bekijken en opdracht maken

* Ex. 22bc: instructie + vanaf 3.50 kijken

* Ex. 22de

Au travail!

* Faites: ex. 21a et 22a OU faites le script (filmpje week 11)

* Travail individuel

* Questions? Posez-les!

* Prêt? Apprenez vocabulaire E 

Le programme:

* Répéter bloc C et D

* Corriger les devoirs

* Bloc E: regarder

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de passé composé maken (ook in zinnen)

* kan je belangrijke informatie uit een film begrijpen

* ken je de kleuren

* kan je zoekend luisteren of kijken

Qu'est-ce tu as appris aujourd'hui?
Wat heb je geleerd vandaag?

La fin

Volgende les:

Vocabulaire E + F, tekst F, zelfstandig aan de slag met huiswerk en script.

Les devoirs

Faire: ex. 21a et 22a.

Apprendre: bloc E.