Week 3

Op school - week 3
les 1
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Op school - week 3
les 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor ik het vergeet:
De toets van de pre-unit is op 7 oktober.
Summative writing
Bestudeer:
- de Lesson Ups van de pre-unit
- Het boekje (opdrachten + woordenlijst)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vandaag:
- Wat weet je nog van vorige week?
- nieuwe woorden
- oefeningen maken + bespreken
- spel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

doelen:
- Je leert Nederlandse woorden van dingen die je op school ziet.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van vorige week?
Dictee in groepjes!

Slide 5 - Diapositive

Lees als docent de volgende woorden voor, leerlingen schrijven ze op een wisbordje op (overleg in groepjes).
Bij bespreken: laat leerlingen woord spellen met NLse alfabet

Dak
Dip
Boos
Diep
Poetsen
Daar
Neus
Mus
Bos
Huis
Pauw
Mouw
Muur
Bel
Deel

nieuwe woorden
Lees mee op bladzijde 20. 
Lees de drie tekstjes in groepjes.
Wat zouden de onderstreepte woorden betekenen?

Tot slot: in de klas bespreken

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefeningen maken + bespreken

In tweetallen,  10  minuten
Maak de oefeningen op bladzijde 21, 22 en 26.
Daarna bespreken we de oefeningen in de klas.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

spel!
3 minuten - in groepjes - bekijk de woorden van vandaag nog eens goed. Kijk ook naar 'de' en 'het'.
Daarna: kijk naar de letter op het bord.
Schrijf zo snel mogelijk een "school- woord" op met die letter. Gebruik ook 'de' of 'het'.
Klaar? Ga staan.
Goed + goed kunnen spellen = 1 punt

Slide 8 - Diapositive

Gebruik deze: https://wordwall.net/resource/42874/english/alphabet-wheel.

Alternatief spel: Ik zie ik zie wat jij niet ziet.

eerst in groepjes - in het Nederlands (gebruik woorden: groot/klein en
 kleuren), daarna in de klas

Ook mogelijk: woordzoeker op blz. 23
welkom op school - week 3
les 2

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vandaag:
- Welke woorden ken je nog van de vorige les?
- nog eens oefenen met woorden
- zinnen in de klas - oefening + bespreken
- extra oefenen met zinnen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

doelen:
Je weet welke woorden je nog kent van de vorige les.
Je leert zinnen die je in de klas kunt gebruiken.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden ken je nog van de vorige les?

Slide 12 - Diapositive

Welke woorden zie je? Laat een plaatje zien. Geef leerlingen 5 seconden nadenktijd.  Leerlingen die het juiste woord weten, gaan staan. Geef één leerling de beurt.

Let op: lidwoord moet ook juist zijn!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

nog eens oefenen met woorden
In tweetallen, 5 minuten
Maak de opdracht 18 op blz. 24.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zinnen in de klas - oefening + bespreken
- Kijk mee op bladzijde 27. We lezen de Nederlandse zinnen samen. 
- Maak de oefening (je mag samenwerken). Je krijgt 10 minuten.
- Daarna bespreken we de oefening.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

extra oefenen met zinnen
Blooket!

Slide 22 - Diapositive

https://dashboard.blooket.com/set/66c5e216be619b2225618c3b

Deel deze link met leerlingen. Leerlingen oefenen zo zelfstandig met zinnen.
Voor extra lesideeën: zie memobriefje

Slide 23 - Diapositive

Als je nog tijd moet vullen (of je wilt variëren), kun je het volgende doen:
- Laat lln in groepjes tekst lezen op blz. 28-30. Speel de vertaalchallenge. Leerlingen vertalen alinea 1 en schrijven de vertaling op papier. Ze komen de vertaling aan jou laten zien. In orde? ==> door met alinea 2. etc. Welk groepje is als eerst klaar?

- Het hoofdstuk 'vraagwoorden' (vanaf blz. 31, theorie op blz 32-34 en oefeningen op blz. 34-37)