Hoofdstuk 6 Paragraaf 3



De overheid
Hoofdstuk 6 Paragraaf 3
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon



De overheid
Hoofdstuk 6 Paragraaf 3

Slide 1 - Diapositive

De overheid

Slide 2 - Carte mentale

De overheid

De overheid bestaat uit:

1. De rijksoverheid (het Rijk)

2. De lagere overheden n.l.

  • De provincies
  • De gemeenten
  • Waterschappen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Natuurgebieden
Rijbewijs
Infrastructuur
Onderwijs
Politie
Ophalen huisvuil

Slide 5 - Question de remorquage

Maak nu even de volgende opdrachten
Opdracht 1, 2 en 3

timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

soorten belastingen

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

Belasting
Belastingen zijn inkomsten van het Rijk. Je kunt ze indelen in twee groepen:

-kostprijsverhogende belastingen als accijns en btw (indirect)
-belastingen op inkomen, winst en vermogen (direct)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Verschillende belastingen; wanneer en door wie?

Slide 11 - Diapositive

collectieve sector & particuliere sector
Collectieve sector
Alle bedrijven die voor de overheid werken. Levert goederen en diensten waar iedereen gebruik van kan maken.

Particuliere sector
Bedrijven die goederen en diensten willen verkopen om winst te maken.

Slide 12 - Diapositive

Collectieve goederen
kunnen alleen door de overheid geleverd worden, want ze zijn niet individueel leverbaar, want:
iedereen kan het gebruiken
als een iemand het gebruikt, kunnen anderen het ook gebruiken

Slide 13 - Diapositive

Waarom produceert de overheid sommige goederen zelf?
1) zelf kwaliteit bewaken(rechtspraak)
2)het moet betaalbaar blijven (onderwijs)

Dit zijn dus geen echte collectieve goederen!

Slide 14 - Diapositive

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 15 - Question de remorquage

Iedereen in Nederland mag gebruik maken van de collectieve goederen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Voor wie zijn de collectieve goederen bestemd?
A
alle burgers
B
ambtenaren
C
rijksoverheid
D
Rijk, Provincie, Gemeente

Slide 17 - Quiz

Door wie worden collectieve goederen geleverd?
A
bedrijven
B
particulieren
C
overheid
D
buitenland

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
opdracht 5 t/m 10 + 12 van §6.3

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo