woorden vrije tijd

vrije tijd
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Alfabetisering NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

vrije tijd

Slide 1 - Diapositive




Ik kan vertellen wat vrijetijd is.

Ik kan 5 dingen noemen die 
je in je vrijetijd kunt doen.

Ik kan een zin maken met een woord van uit vrijetijd

Ik kan een zin langer maken.


                 Leerdoel van 
                  deze les

Slide 2 - Question de remorquage

IIk kan 5 dingen noemen die je in je vrijetijd kunt doen
Ik kan een zin maken met een woord uit vrijetijddingen
ik kan een zin die kort is langer maken.
Leerdoel van deze les
Hoeveel sterren geef je jezelf?
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren
Ik kan dingen noemen die je in je vrijetijd kunt doen.

Slide 3 - Question de remorquage

Wat kan je doen in
je vrijetijd

Slide 4 - Carte mentale


A
fietsen
B
zwemmen
C
lopen
D
eten

Slide 5 - Quiz

Maak een zin met fietsen:

Slide 6 - Question ouverte

Maak een zin met lopen

Slide 7 - Question ouverte

maak een zin met lopen

Slide 8 - Question ouverte


A
dansen
B
liggen
C
slapen
D
zingen

Slide 9 - Quiz


A
rennen
B
zeilen
C
basketballen
D
zingen

Slide 10 - Quiz


A
winkelen
B
de bioscoop
C
schaatsen
D
voetballen

Slide 11 - Quiz

Maak een zin met bioscoop.

Slide 12 - Question ouverte


A
rennen
B
voetballen
C
wandelen
D
schilderen

Slide 13 - Quiz


A
basketballen
B
huilen
C
zeilen
D
voetballen

Slide 14 - Quiz

Maak een zin met voetballen

Slide 15 - Question ouverte

Maak een zin met klimmen.

Slide 16 - Question ouverte


A
schaken
B
paardrijden
C
vissen
D
naaien

Slide 17 - Quiz


A
tuinieren
B
schaken
C
vissen
D
zeilen

Slide 18 - Quiz


A
tekenen
B
schilderen
C
naaien
D
tuinieren

Slide 19 - Quiz


A
paardrijden
B
schilderen
C
tekenen
D
lezen

Slide 20 - Quiz


A
dammen
B
schaken
C
winkelen
D
breien

Slide 21 - Quiz


A
breien
B
puzzelen
C
dammen
D
schaatsen

Slide 22 - Quiz


A
puzzelen
B
paardrijden
C
lezen
D
koken

Slide 23 - Quiz


A
naaien
B
breien
C
dammen
D
paardrijden

Slide 24 - Quiz


A
lezen
B
luisteren
C
wandelen
D
duiken

Slide 25 - Quiz


A
klimmen
B
koken
C
voetballen
D
wandelen

Slide 26 - Quiz

IIk kan 5 dingen noemen die je in je vrijetijd kunt doen
Ik kan een zin maken met een woord uit vrijetijddingen
ik kan een zin die kort is langer maken.
Leerdoel van deze les
Hoeveel sterren geef je jezelf?
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren
Ik kan dingen noemen die je in je vrijetijd kunt doen.

Slide 27 - Question de remorquage