Tekstverbanden

Lezen 
                    2.1 De indeling van teksten
                    2.2 Deelonderwerpen herkennen
                    2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden
 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Lezen 
                    2.1 De indeling van teksten
                    2.2 Deelonderwerpen herkennen
                    2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden
 

Slide 1 - Diapositive

2.2 Lesdoel
Je herkent de deelonderwerpen van een tekst

Slide 2 - Diapositive

Deelonderwerpen
Iedere alinea heeft zijn eigen onderwerp. Dit noem je deelonderwerpen.
  • De deelonderwerpen van een tekst vind je door jezelf de vraag te stellen: Waar gaat deze alinea over?

De schrijver maakt soms gebruik van tussenkopjes om de deelonderwerpen aan te kondigen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

2.3 Lesdoel

Je herkent signaalwoorden en je ontdekt verbanden in een tekst

Slide 5 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 6 - Diapositive

waarom tekstverbanden??

Slide 7 - Diapositive

Tekstverbanden 

Wanneer je tekstverband aanbrengt, zorg je voor samenhang in een tekst. Voor logica in de volgorde van de ene zin naar de andere en van de ene alinea naar de andere. Zo begrijpen lezers sneller waar de tekst over gaat. 
  • opsomming
  • voorbeeld
  • tegenstelling
  • oorzaak en gevolg
  • reden of verklaring

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden


Een signaalwoord, ook wel een verbindingswoord  genoemd, is een woord of woordgroep waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea's, zinnen of deelzinnen. Het woord "signaleert" een opsomming,  een tegenstelling, een plaats, een chronologisch verband, enzovoort.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden
opsomming
en, ook, bovendien, verder
volgorde van tijd
eerst, daarna, vervolgens, vroeger, nu, toen
tegenstelling
maar, echter, toch
voorbeeld
bijvoorbeeld, zoals
reden of oorzaak-gevolg
doordat, omdat, want, daarom, waardoor
voorwaarde
als...dan, mits, tenzij

Slide 12 - Diapositive


Dit najaar kan iedereen meepraten over een mogelijke toekomst waarin donordieren ons donortekort oplossen. Ik wil weten hoe je een goede dialoog over zo’n complex en gevoelig thema organiseert. Daarom ben ik bij dit project betrokken als participerende journalist.



Slide 13 - Diapositive

Van welk tekstverband is in het fragment sprake?
A
TEGENSTELLING
B
OORZAAK EN GEVOLG
C
REDEN OF VERKLARING
D
VOORBEELD

Slide 14 - Quiz


Mens en samenleving kunnen erdoor veranderen, op manieren die wetenschappers niet hebben voorzien. Vaak denken we dan meteen aan nadelige gevolgen, maar de onverwachte gevolgen kunnen ook positief zijn.

Slide 15 - Diapositive

Van welk tekstverband is in het fragment sprake?
A
OPSOMMING
B
REDEN OF VERKLARING
C
TEGENSTELLING
D
OORZAAK EN GEVOLG

Slide 16 - Quiz




Zij leidt de gesprekken in goede banen. Aanwezig zijn onder meer hoogleraren, artsen, embryologen, medisch biologen, medisch-ethici en nierpatiënten.

Slide 17 - Diapositive

Van welk tekstverband is in het volgende fragment sprake?
A
opsomming
B
reden of verklaring
C
oorzaak en gevolg
D
tegenstelling

Slide 18 - Quiz

Aan de slag
Opdracht op papier voor bonuspunten.

Slide 19 - Diapositive