Maatschappijkunde|Politiek|Paragraaf 3.1 en 3.2|

Rechtstaat, parlementaire democratie en dictatuur
1 / 12
suivant
Slide 1: Carte mentale
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Rechtstaat, parlementaire democratie en dictatuur

Slide 1 - Carte mentale

Verkiezingen en indeling politieke partijen.

Slide 2 - Carte mentale

Thema Politiek
Paragraaf 3.1 Verkiezingen
Paragraaf 3.2 Indeling partijen

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les:
Weet jij welke soorten kiesrechten er zijn.
Weet jij welke verkiezingen wij hebben in Nederland en om de hoeveel jaar deze verkiezingen zijn. 
Weet jij welke soorten stelsels er zijn binnen de politiek.
Weet jij wat een politieke partij is en wat hun doen.
Weet jij het verschil tussen progressief en conservatief.

Slide 4 - Diapositive

3.1 Verkiezingen
2 soorten kiesrechten:
  • Actief kiesrecht: het recht om te stemmen.
  • Passief kiesrecht: het recht om je verkiesbaar te stellen.

Om te mogen stemmen moet je: 
  • 18 jaar of ouder zijn.
  • Nederlandse nationaliteit hebben.

Slide 5 - Diapositive

3.1 Verkiezingen
Om de vier jaar kiezen de burgers van Nederland de nieuwe leden van de: 
  • Tweede kamer.
  • Provinciale Staten.
  • Gemeenteraad
Om de vijf jaar: het Europees Parlement

Slide 6 - Diapositive

3.1 Soorten stelsels
Kiesstelsel
  • Manier waarop verkiezingen worden georganiseerd.
Evenredige vertegenwoordiging:
  • Totale aantal uitgebrachte stemmen : aantal zetels
Meerderheidsstelsel:
  • Winnaar krijgt alle zetels

Slide 7 - Diapositive

3.1 Verkiezingen
Politieke partij: een groep mensen met ongeveer dezelfde ideeën over hoe de samenleving eruit moet zien. 
Lijsttrekker: belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd.
Peilingen: de voorspellingen van de verkiezingsuitslag op dat moment.

Slide 8 - Diapositive

Politieke partijen
Wat doen politieke partijen?
  • Mensen leveren voor politieke functies.
  • Maken standpunten.
  • Vertegenwoordigen belangen van maatschappelijke organisaties en bepaalde groepen in de samenleving.
  • Beinvloeden mensen in politieke functies.

Slide 9 - Diapositive

3.2 Indeling partijen
Progressief- veranderingsgezind.
Conservatief- behoudend.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Aan de slag
Thema Politiek
Paragraaf: 3.1 en 3.2.
Opdracht: 1 t/m 19, begrippenlijst en samenvatting.
Blz:  31 t/m 41.

Slide 12 - Diapositive