G1 Unité 1 leerdoelen week 4

Deze Week (week 4)
Cette semaine (semaine 4)
(du 25 au 31 janvier)
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze Week (week 4)
Cette semaine (semaine 4)
(du 25 au 31 janvier)

Slide 1 - Diapositive

Vragen over huiswerk afgelopen week?
Vul nu eerst
de enquête 'Over Frans' in!
Je vindt het in weekmap 4
onder Bronnen
op Itslearning

Slide 2 - Diapositive

Vragen over huiswerk afgelopen week?
VRAGEN OVER HET HUISWERK
AFGELOPEN WEEK?

Slide 3 - Diapositive

Ik zet na deze online les deze 'Lessonuples' op Itslearning zodat je die nog terug kan kijken.

Doe dat vooral en kijk zo nu en dan ook weer eens terug naar de vorige lessen!

Slide 4 - Diapositive

Wat heb je tot nu toe allemaal geleerd?

Wat heb je tot nu toe allemaal al geleerd?

Slide 5 - Diapositive

WEEK 1 en 2

  • De kloktijden
  • De verschillen tussen het Franse en Nederlandse onderwijssysteem
  • Een vlog te verstaan 
  • Een tekst te lezen over Theo, zijn huiswerk en hobbies (blok Lire)





Slide 6 - Diapositive

WEEK 3 (vorige week)

  • De regelmatige groep werkwoorden op uitgang -er

  • Opnieuw herhaald de getallen 0-20

  • een hoop nieuwe woorden: apprendre 3 + 4





Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Deze week ga je HERHALEN HERHALEN EN NOG EENS HERHALEN!

Je zorgt dat alles af is tm Grammaire II en je herhaalt alle stof!
  • Afmaken Blokken tm 3.5 (af uiterlijk 1 februari)

Leren:
  • Herhalen apprendre 1 tm 5
  • Herhalen alle apprendre van U2
  • Herhalen alle grammatica van U2 en U3
  • Herhalen de getallen van 0-20. Nieuw (misschien??) de getallen tot 60. De werkbladen staan in de planner EN de weekmap 4 van Periode 3

Slide 9 - Diapositive

Bestudeer dit goed in je boek op blz 91
vorige week heb je de animatievideo gezien
kijk die zo nodig terug

Slide 10 - Diapositive

Ik heb je ook verteld over dez=e werkwoorden:

  • aimer (houden van) 
  • adorer (dol zijn op)
  • préférer (liever hebben)
  • détester (een hekel hebben aan)

dat zijn allemaal werkwoorden die een gevoel uitdrukken

Slide 11 - Diapositive

Wat komt er na zo'n werkwoord
zoals 'hou van'
als er ook een zelfstandig naamwoord
(zoals 'tennis) staat?
bijv. in de zin 'ik hou van tennis'

Slide 12 - Carte mentale

Na deze werkwoorden volgt altijd:
le, la, l' of les
als er een zelfstandig naamwoord achter staat
J'aime le tennis
J'adore la tarte
Je préfère les histoires drôles
Je déteste l'histoire

Slide 13 - Diapositive

Wat valt je op aan de uitspraak van
het werkwoord 'danser' in de zinnen
je danse, tu danses, il/elle/on danse
en...ils/elles dansent

Slide 14 - Carte mentale

We herhalen nog even opdr 13 en 14 van Ecouter
Nous allons répéter exercice 13 et 14
We gaan nog even herhalen oefening 13 (dialoog 2) en 14 omdat is gebleken in Edition dat leerlingen daar moeite mee hebben

Slide 15 - Diapositive

Ecoute encore une fois
dialogue 2
Werkboek blz 94
Pak je pen en maak vraag 5 tm 9
Straks beantwoord je ze in de quiz
oefening 13 dialoog 2

Slide 16 - Diapositive

Ousmane vraag aan Aurélie om samen
A
huiswerk te maken
B
te gamen
C
naar school te gaan
D
tv te kijken

Slide 17 - Quiz

Aurelie kan niet omdat
A
ze huiswerk moet maken
B
ze een afspraak heeft
C
ze tekenles heeft
D
tv wil kijken

Slide 18 - Quiz

Est-ce que tu pratiques souvent?
Wat is het antwoord van Ousmane op de vraag van Aurélie?
A
J'ai entraînement tous les jours sauf le jeudi et le weekend
B
Je m'entraîne tous les jours et aussi le weekend
C
J'ai entraînement tous les jours sauf le lundi et le vendredi
D
Je m'entraîne tous les jours et aussi le jeudi

Slide 19 - Quiz

Wat is waar?
A
Aurélie tekent heel goed en vindt tekenen best leuk
B
Aurélie tekent niet heel goed maar is dol op tekenen
C
Aurélie tekent heel goed maar vindt tekenen niet leuk
D
Aurélie tekent niet heel goed en vindt tekenen ook niet leuk

Slide 20 - Quiz

Wat is waar?
A
Aurélie tekent heel goed en vindt tekenen best leuk
B
Aurélie tekent niet heel goed maar is dol op tekenen
C
Aurélie tekent heel goed maar vindt tekenen niet leuk
D
Aurélie tekent niet heel goed en vindt tekenen ook niet leuk

Slide 21 - Quiz

Aurélie wil weten of Ousmane voorstellingen geeft. Wat is zijn antwoord?
A
Ik ben nog niet goed genoeg
B
Ik speel binnenkort in een musical
C
Ik heb vorige week in een musical gespeeld
D
ik ben ermee gestopt

Slide 22 - Quiz

Dialogue 2 Transcript: Qu’est-ce que tu aimes ?

Ousmane:  Aurélie, on fait nos devoirs ensemble ce soir ?

Aurélie:   Non, désolée, à cinq heures, j’ai mon cours de dessin.

Ousmane:   Tu es forte en dessin ?

Aurélie:   Non, je ne dessine pas très bien mais j’adore !
Et toi, qu’est-ce que tu aimes ?


Ousmane:  Je danse, j’adore danser !

Aurélie:   Est-ce que tu pratiques souvent ?



ik heb mijn tekenles
ik teken niet erg goed
oefen je vaak?
souvent = vaak
pratiquer = oefenen, in de praktijk brengen

Slide 23 - Diapositive

Dialogue 2 Transcript VERVOLG: Qu’est-ce que tu aimes ?



Ousmane:  Oui, j’ai entrainement tous les jours 

sauf  le jeudi et le weekend.

Aurélie: Tu fais des spectacles ?


Ousmane:  Oui, je vais bientôt danser dans une comédie musicale. Je t’invite ?

Aurélie:  Génial !


ik heb elke dag training
entraînement= training
tous les jours = alle dagen/elke dag
behalve
ik ga spoedig dansen
je vais = ik ga
bientôt = spoedig/gauw

Slide 24 - Diapositive

Exercice 14
Luister eerst naar het fragment
beantwoord dan de vraag op de hierna volgende slide
oef 14 fragment 1

Slide 25 - Diapositive

1. Deze roosterwijziging gaat over
2. De les is voor de brugklas in
A
1. De Franse les
B
1. De Spaanse les
C
2. lokaal 10 om 14:00 uur
D
2. lokaal 17 om 09:00 uur

Slide 26 - Quiz

Exercice 14
Luister eerst naar het fragment
beantwoord dan de vraag op de hierna volgende slide
oef 14 fragment 2

Slide 27 - Diapositive

1. Deze roosterwijziging geldt voor
2. De muziekles gaat niet door want
A
1. alle muzieklessen
B
1. muzieklessen van de brugklassen
C
2. De leraar is ziek
D
2. de leraar heeft een vergadering

Slide 28 - Quiz

Exercice 14
Luister eerst naar het fragment
beantwoord dan de vraag op de hierna volgende slide
oef 14 fragment 3

Slide 29 - Diapositive

1. De 3e klas heeft vanmorgen
2. Voor Engels moeten ze naar
A
1. eerst Engels, dan tekenen
B
1. eerst tekenen, dan Engels
C
2. lokaal 9
D
2. lokaal 12

Slide 30 - Quiz

Exercice 14
Luister eerst naar het fragment
beantwoord dan de vraag op de hierna volgende slide
oef 14 fragment 4

Slide 31 - Diapositive

1. De roosterwijziging geldt voor
2. Ze krijgen
A
1. de brugklas
B
1. de derde klas
C
2. een andere leraar
D
2. een ander lokaal

Slide 32 - Quiz

Transcript Oefening 14

1 - Attention ! Message pour la classe de 5e. Aujourd’hui, à 9 heures, la classe de 5e a cours de français en salle 17. La professeure de français, Madame Valérie Pérez attend la classe de 5e en salle 17 à 9 heures.


 2 - Attention ! Aujourd’hui, le professeur de musique, Monsieur Olivier Pinget, est malade. Tous les cours de musique sont annulés. Je répète. Monsieur Pinget, le professeur de musique est malade. Aujourd’hui, les cours de musique sont annulés.


Slide 33 - Diapositive


3 - Voici un message pour la classe de 3e. Voici le programme de ce matin.
à neuf heures, le cours d’anglais est en salle 12. Ensuite, à dix heures, vous avez le cours de dessin, en salle Picasso. Je répète : Les troisièmes, à neuf heures, vous avez anglais en salle 12. À dix heures, vous avez dessin en salle Picasso.


4 – Je corrige. Voici un message pour la classe de 3e. Changement de programme. À 10h00, vous avez le cours de dessin en salle Van Gogh. Je répète. La classe de 3e a cours de dessin en salle Van Gogh, pas en salle Picasso.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Bonne chance,
à la semaine prochaine
Au revoir!

Slide 36 - Diapositive