Welk van deze lichtbronnen is geen natuurlijke lichtbron?
A
de zon
B
een kaars
C
een ster
D
een bliksem
Slide 6 - Quiz
Welke gedeelte van de tekening is een kernschaduw?
A
B
C
A
A
B
B
C
C
Slide 7 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding met een kernschaduw en een halfschaduw. welk deel is de kernschaduw?
A
kernschaduw is donker onder de hand
B
kernschaduw is lichtgrijs naast de hand
Slide 8 - Quiz
Bij welk plaatje zie je een halfschaduw?
A
plaatje met de auto
B
plaatje met de hand
C
plaatje met de katten
D
plaatje met het krukje
Slide 9 - Quiz
Wat is de vergroting van de schaduw?
A
1,333
B
2,333
C
1200
D
1,75
Slide 10 - Quiz
De beeldafstand is 60 cm. De voorwerps-afstand is 12 mm. Bereken de vergroting.
A
5 x
B
15 x
C
25 x
D
50 x
Slide 11 - Quiz
De beeldafstand is 0,16 cm. De vergroting is 3,65 . Bereken de voorwerpsafstand in cm. Geef je berekening met formule(s)
Slide 12 - Question ouverte
Sanne (1,68m lang) staat op 60cm voor een lamp. Op de muur vormt zich een schaduw van Sanne. Op de muur ontstaat een Schaduw van 252cm. Hoe ver is de muur verwijdert van de lamp? Geef je berekening met formule(s)
Slide 13 - Question ouverte
Uit een lichtkastje een bundel licht waarin een balletje wordt gehouden. Wat gebeurt er met de schaduw van het balletje als het balletje verder van de muur wordt gehouden? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Question ouverte
Welke hoek is de hoek van inval
A
1
B
3
C
5
D
7
Slide 15 - Quiz
De hoek van inval is hier gelijk aan
A
57o
B
33o
C
67o
D
dit kan je niet weten
Slide 16 - Quiz
Waarmee begin je als je het verloop van de lichtstraal moet tekenen?
A
De normaal tekenen
B
hoek van inval meten
C
hoek van uitval meten
Slide 17 - Quiz
In de onderstaande figuur hangt een TL-lamp boven de tafel. Teken in de figuur de schaduw op de grond. Geef de verschillende schaduwvormen aan.
Slide 18 - Question ouverte
In figuur 3 zie je een spiegel. Voor de spiegel is een driehoek getekend.
Teken het spiegel-beeld van de driehoek op je antwoordblad bij opdracht 3. Maak daarna een foto van je tekening en voeg toe.
Slide 19 - Question ouverte
Teken het verdere verloop van de lichtstraal. Geef ook aan hoeveel de hoek van inval is.
Slide 20 - Question ouverte
Schijnt de lamp op Jan? Laat zit zien op de tekening
Slide 21 - Question ouverte
in welke situatie ontstaan de grootste schaduw.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 22 - Quiz
Waarom is een groene trui zwart als er rood licht op valt?
Slide 23 - Question ouverte
Een vlag wordt door een lamp beschenen. De kleuren van de vlag zijn geel – blauw – wit (van boven -> beneden). In welke kleuren zie je de banen van de vlag van boven -> beneden als de lamp wit licht uitzendt? Let op! Schrijf de kleuren op met een - ertussen.
Slide 24 - Question ouverte
Een vlag wordt door een lamp beschenen. De kleuren van de vlag zijn geel – blauw – wit (van boven -> beneden). In welke kleuren zie je de banen van de vlag van boven -> beneden als de lamp blauw licht uitzendt? Let op! Schrijf de kleuren op met een - ertussen.
Slide 25 - Question ouverte
Een vlag wordt door een lamp beschenen. De kleuren van de vlag zijn geel – blauw – wit (van boven -> beneden). Welke kleuren hebben de banen van de vlag van boven -> beneden als de lamp rood licht uitzendt? Let op! Schrijf de kleuren op met een - ertussen.