Quiz deel A

Quiz deel A
Werken in een beautysalon. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Quiz deel A
Werken in een beautysalon. 

Slide 1 - Diapositive

In een schoonheidssalon werk je volgens de HAM-code.

Match de voorbeelden uit de linkerkolom met de woorden uit de rechterkolom.
Sleep hiervoor de vakken in de rechterkolom naar boven of naar beneden.

milieu
Arbo
Hygiene
De apparatuur wordt voor en na de behandeling gedesinfecteerd.
De behandelstoelen en taboeretten zijn in hoogte verstelbaar.
Het afval wordt gescheiden ingezameld.

Slide 2 - Question de remorquage

Waarom is bedrijfskleding vooral belangrijk?
vooral
A
Om er mooi uit te zien
B
Zo ben je allemaal hetzelfde
C
Je kan het heet wassen
D
Het is goedkoop

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van de juiste arbeidsomstandigheden?
A
Alle snoeren zijn netjes weggewerkt
B
Je tabouret staat op de juiste hoogte
C
Staan achter je bureau
D
De vloer is gedweild

Slide 4 - Quiz

Kalk/hoorn nagel
Witte puntjes
overlangse nagel groeven
Schimmelnagel
Nagelriem ontsteking

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe noem je de manier van communiceren als jij mondeling uitleg geeft over een manicurebehandeling?
A
Ontvanger
B
Non-verbale communicatie
C
Verbale communicatie
D
Mimiek

Slide 6 - Quiz

Wat betekent Effleurage
A
Strijkmassage
B
Ronddraaiende bewegingen
C
Kneedmassage
D
Hakken met de zijkanten van de handen

Slide 7 - Quiz

Wat betekent Petrissage
A
Met de vuisten kloppen
B
Kneedmassage
C
Strijkmassage
D
Ronddraaiende bewegingen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent Rotatie
A
Kneedmassage
B
Ronddraaiende bewegingen
C
Strijkmassage
D
Klopmassage

Slide 9 - Quiz

Hoe vaak mag de telefoon maximaal overgaan?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 10 - Quiz

Wat zeg je NIET aan als je de telefoon opneemt?
A
Goedemorgen
B
Hoi, met Pauline
C
Beautysalon van Rossem
D
U spreekt met Pauline Pieters

Slide 11 - Quiz

Wat noteer je tijdens het telefoongesprek?
A
Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer, datum en tijd
B
Datum en tijd
C
Naam en emailadres
D
Naam van de beautysalon

Slide 12 - Quiz

Wanneer verbreek je de verbinding?
A
Tegelijk met de klant
B
Dat gaat vanzelf
C
Voordat de klant ophangt
D
Nadat de klant heeft opgehangen

Slide 13 - Quiz

Wat is empathie
A
Contact hebben
B
Meeleven
C
Actief luisteren

Slide 14 - Quiz

Facebook, what's app of email noemen we...
A
Verbale communicatie
B
Digitale communicatie
C
Non-verbale communicatie

Slide 15 - Quiz

Hoe heet de overgang tussen de vinger en de nagel
A
Nagelriem
B
Halve maantje
C
Nagelwal

Slide 16 - Quiz

Waarvan is het halve maantje onderdeel?
A
nagelwand
B
nagelplaat
C
nagelwortel

Slide 17 - Quiz

Hoe horen nagels eruit te zien
A
beetje geel
B
beetje roze
C
lange vorm
D
glad

Slide 18 - Quiz

Wat doet een cuticle remover?
A
nagellak eraf halen
B
de nagel verharden
C
nagelriem soepel maken
D
nagel gladder maken

Slide 19 - Quiz

Hoe ontstaat een kalknagel?
A
door een bacterie
B
door een zwelling
C
door schimmels
D
door een virus

Slide 20 - Quiz