les 5 korte herhaling reductiedeling en start met primair/ secundair hormonen en menstruatiecyclus

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 3

Maandag 10 januari 2022 

• Instaptoets meiose wat heb je onthouden? 
• start met basisstof 5   
• afspraken herkansingen Toets 1 of Toets 2
• Daarna aan de slag met huiswerk 

Leerdoel meiose 

Je kunt het doel van reductiedeling (meiose)

beschrijven en je kunt de vorming van paren chromosomen bij de bevruchting beschrijven.

Primaire en
secundaire geslachtskenmerken

Primair = het is er al bij de geboorte. Zoals?
Secundair = het ontstaat in de puberteit. Zoals?

Primaire geslachtskenmerken

• is zichtbaar
• kenmerken waar je het geslacht aan herkent
• jongens> balzak, penis
• meisjes> vagina en schaamlippen

leerdoel primaire en secundaire geslachtkenmerken

 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden voor jongens en meisjes noemen

Secundaire geslachtskenmerken

• geslachtskenmerken  onstaan door hormonen.
• vanaf het 10e levensjaar ongeveer
• meisjes komen eerder in de puberteit

Primaire en secundaire geslachtskenmerken vrouw

primaire

geslachts-kenmerken

secundaire  geslachts-kenmerken

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?

1. Primaire geslachtskenmerken
2. Secundaire geslachtskenmerken
3. Primaire en secundaire geslachtskenmerken
4. Geen van beide

Hypofyse

1. De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
   
2. Het maakt het groeihormoon
   
3. De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)
   

geslachthormonen vrouw

• worden aangestuurd door de hypofyse
  
• worden gemaakt in de eierstokken
  
• Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
  
• regelen menstruatie
  

geslachthormonen man

• worden aangestuurd door de hypofyse
  
• worden gemaakt in de teelballen
  
• Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
  
• testosteron
  

Hormonen zijn:

1. Regelstoffen
2. Voedingsbestanddelen
3. Geslachtskenmerken
4. hormoonklieren

Welke hormoonklier is dit?

1. kleine hersenen
2. eilandjes van langerhands
3. hypofyse
4. schildklier

Welk hormoon produceren de zaadballen?

1. oestrogeen
2. testosteron
3. adrenaline
4. insuline

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 1?

1. alvleesklier
2. schildklier
3. hypofyse
4. bijnieren

menstruatiecyclus

leerdoel:

Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven

Wat weet je allemaal over menstruatie

0

Menstruatiecyclus

1. Er rijpt een eicel in één van de eierstokken

2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker

3. Ovulatie

4. Menstruatie

Menstruatie

Menstruatiecyclus

Een eitje komt vrij uit de eierstok en het baarmoederslijmvlies wordt dikker.  Indien het eitje bevrucht wordt door een zaadcel, zal deze zich kunnen innestelen in het baarmoederslijmvlies. Indien er geen bevruchting plaatsvindt, wordt het baarmoederslijmvlies met het onbevruchte eitje bij de menstruatie verwijderd.

Menstruatiecyclus

Bijna geen enkele vrouw menstrueert precies om de 4 weken. Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.

In de menstruatiecyclus is dag 1

1. De eisprong
2. Het begin van de menstruatie
3. Het eind van de menstruatie

Een menstruatiecyclus duurt.....

1. 21 dagen
2. 3 tot 5 dagen
3. 28 dagen
4. 7 dagen

Wat gebeurt er op dag 14 van de menstruatiecyclus?

1. Je bent vruchtbaar
2. Je bent ongesteld
3. Je hebt de eisprong
4. Er gebeurt niks bijzonders op dag 14

De eisprong is het vrijkomen van een eicel uit de eierstok, wat is een ander woord voor eisprong?

Waar komt de eicel na de eisprong terecht?

Aan de slag

• Kader  maken opdracht 19 t/m 25
• GT maken opdracht 17 t/m 23 
• Vul je antwoorden zorgvuldig in en maak de rode opdrachten opnieuw